Notaris had ministerieplicht en mocht afgifte grosse testament aan legataris niet weigeren
E heeft bij testament zijn kinderen tot zijn enige erfgenamen benoemd. Zijn echtgenote V heeft E een tijdens haar leven maandelijks uit te keren bedrag van € 1.000 gelegateerd. Omdat de kinderen niet betalen, verzoekt V notaris N om een grosse van het testament van E. N beroept zich op art. 21 lid 2 WNA en stelt dat hij zijn dienst mag weigeren, nu de vordering van V toekomstig was en niet voortkwam uit een ten tijde van het verlijden van de akte bestaande rechtsverhouding. De Rechtbank oordeelt, in tegenstelling tot N, dat bij een legaat sprake is van een bestaande vordering onder opschortende voorwaarde, die na overlijden geldend kan worden gemaakt. N moet V op grond van art. 21 lid 1 jo 49 lid 1 jo 50 lid 2 onder c WNA een grosse van het testament uitreiken.
Instantie | Rechtbank Zeeland-West-Brabant |
Uitspraakdatum | 25-07-2018 |
ECLI | ECLI:NL:RBZWB:2018:5938 |
Zaaknummer | C/02/346309 / KG ZA 18-381 |
Bijzondere kenmerken | Kort geding |
Vindplaatsen | |
|
E heeft bij testament zijn kinderen tot zijn enige erfgenamen benoemd. Zijn echtgenote V heeft E een tijdens haar leven maandelijks uit te keren bedrag van € 1.000 gelegateerd. Omdat de kinderen niet betalen, verzoekt V notaris N om een grosse van het testament van E. N beroept zich op art. 21 lid 2 WNA en stelt dat hij zijn dienst mag weigeren, nu de vordering van V toekomstig was en niet voortkwam uit een ten tijde van het verlijden van de akte bestaande rechtsverhouding. De Rechtbank oo…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.