Onderhandse schuldigerkenning leidt niet tot aftrekbare schuld van de nalatenschap
Casus Vader V had in 2006 aan ieder van zijn kinderen in een onderhandse akte een bedrag schuldig erkend, opeisbaar bij het overlijden van V of bijzondere situaties als faillissement van V. In 2007 is V overleden. In geschil voor de Rechtbank is of de schuldigerkende bedragen als schulden van V in mindering mochten worden gebracht op het saldo van diens nalatenschap voor de heffing van successierecht. Volgens de inspecteur is dit niet mogelijk omdat de schenkingen niet waren vastgelegd in een…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Rechtbank 's-Gravenhage, 10-03-2010, ECLI:NL:RBSGR:2010:BL8695
Rechtbank 's-Gravenhage, 10-03-2010, ECLI:NL:RBSGR:2010:BL8794
Rechtbank 's-Gravenhage, 10-03-2010, ECLI:NL:RBSGR:2010:BL8784
Gerelateerde wetstoelichtingen
Aftrekbare schulden en lasten (art. 20 SW)
Reikwijdte erfbelasting (art. 1 SW)