Onderscheid tussen partner en overige verkrijgers bij erfrechtelijke verkrijging is niet in strijd met het EVRM
Bij een erfrechtelijke verkrijging bestaat een hoge vrijstelling en een laag tarief voor de partner van de erflater. Voor overige verkrijgers geldt een kleinere vrijstelling en een hoger tarief. De wetgever heeft bij het bepalen van de tariefstructuur bewust rekening gehouden met de verzorgingsgedachte tussen echtgenoten en de mate van verwantschap. Door een echtgenoot en een overige verkrijger – in casu een zus van erflater – ongelijk te behandelen, is de wetgever volgens het Hof niet buiten de grenzen van de hem toekomende beoordelingsvrijheid getreden. Naar het oordeel van het Hof is dan ook geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel (art. 14 EVRM) of schending van het recht op ongestoord genot van eigendom (art. 1 EP EVRM).
Instantie | Gerechtshof Den Haag |
Uitspraakdatum | 19-07-2017 |
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2017:2430 |
Zaaknummer | BK-17/00029 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep |
Vindplaatsen | |
|
Bij een erfrechtelijke verkrijging bestaat een hoge vrijstelling en een laag tarief voor de partner van de erflater. Voor overige verkrijgers geldt een kleinere vrijstelling en een hoger tarief. De wetgever heeft bij het bepalen van de tariefstructuur bewust rekening gehouden met de verzorgingsgedachte tussen echtgenoten en de mate van verwantschap. Door een echtgenoot en een overige verkrijger – in casu een zus van erflater – ongelijk te behandelen, is de wetgever volgens het Hof…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.