WOZ-waarde blijft buiten toepassing voor bepalen omvang schenking nu deze in betekenende mate afwijkt van de waarde in het economische verkeer

Vader draagt een verhuurde woning over aan zijn dochter (D). Hierbij wordt een deel van de koopsom kwijtgescholden. D doet aangifte schenkbelasting voor het bedrag van de kwijtschelding. De Inspecteur stelt dat gezien de samenhang tussen de verkoop en de kwijtschelding, in wezen een woning is geschonken, zodat voor het bepalen van de omvang van de verkrijging moet worden uitgegaan van de waarderingsmaatstaf voor woningen vastgelegd in art. 21 lid 5 en 8 SW.
De Rechtbank volgt de inspecteur in de stelling dat gezien het samenstel van rechtshandelingen sprake is van een schenking van een woning, zodat de WOZ-waarde in beginsel leidend is voor het bepalen van de omvang van de schenking. Dit is echter anders als deze WOZ-waarde in betekenende mate (>10%) afwijkt van de waarde in het economisch verkeer van de woning, zie Hoge Raad 3 april 2015, nr 13/04247, ECLI:NL:HR:2015:812. Nu in dit geval de waarde in het economisch verkeer in betekenende mate afwijkt van de gecorrigeerde WOZ-waarde zoals vastgesteld op grond van art. 21 lid 5 en 8 SW jo art. 10 UB SW, moet voor het vaststellen van de omvang van de schenking de WOZ-waarde buiten toepassing blijven en worden uitgegaan van de waarde in het economische verkeer.