Ook gebruiksovereenkomst is nietig wegens strijd met vormvoorschrift notariële akte (art. 1:115 BW)

M en V, gehuwd onder huwelijkse voorwaarden, maken bij onderhandse akten afspraken over de verdeling van het vermogen van M. In eerdere procedures is geoordeeld dat de onderhandse akte ''Verrekening Verleden Huwelijkse Voorwaarden'' (VVHV) en de daarmee samenhangende afspraken, waaronder een gebruiksovereenkomst met betrekking tot het gebruik van de woning van M door V, nietig zijn wegens strijd met art. 1:115 BW (notariële akte) en art. 1:119 lid 1 BW (oud) (goedkeuring rechter). V stelt zich op het standpunt dat de curator de gebruiksovereenkomst moet respecteren, omdat deze volgens haar geen betrekking heeft op het verdelen van het huwelijksvermogen, en geen wijziging van de huwelijkse voorwaarden inhoudt.
Het Hof ziet echter geen reden om in deze zaak anders te beslissen. De gebruiksovereenkomst staat niet op zichzelf en volgt het lot van de nietigheid van de VVHV wegens strijd met art. 1:115 BW en art. 1:119 lid 1 BW (oud).