Slechts sprake van levering nieuwbouw/bouwterrein indien sloopwerkzaamheden voor rekening van verkoper zijn

Een koper koopt een bedrijfspand. Op het moment van de juridische levering is het oude pand gesloopt, zij het dat de voorgevel is behouden. Ook is reeds een fundering voor de nieuwbouw aangebracht. De vraag ligt voor of hier sprake is van de levering van oudbouw (heffing van overdrachtsbelasting), dan wel van de levering van nieuwbouw/bouwterrein (heffing van omzetbelasting).
De Hoge Raad overweegt dat bij de beantwoording van de vraag of de levering van een onroerende zaak een oud gebouw, een nieuw gebouw dan wel een bouwterrein betreft, niet alleen moet worden gekeken naar contractuele bepalingen, maar ook naar de omstandigheden ter zake van de transactie voorafgaand aan en ten tijde van die handeling, zoals de intentie van partijen, mits deze wordt ondersteund door objectieve gegevens.
Aan de hand van de feiten en omstandigheden moet worden vastgesteld of het voorwerp van de door de verkoper verrichte levering oudbouw betreft, in wezen nieuwbouw betreft, of een bouwterrein betreft. Daarbij moet ook in aanmerking worden genomen in hoeverre de sloop- en verbouwingswerkzaamheden (tot het tijdstip van levering) door of voor rekening van de verkoper zijn verricht, dan wel door of voor rekening van de koper, mede gelet op hetgeen zij hierover zijn overeengekomen. Het uiteindelijke resultaat na voltooiing van de verbouwing is daarbij (anders dan het Hof oordeelde) niet doorslaggevend.
Indien komt vast te staan dat de sloopwerkzaamheden voor rekening van de verkoper zijn gekomen en dat aan de koper derhalve een bouwwerk is geleverd dat niet de functie van gebouw kan vervullen en uitsluitend kan dienen als basis voor een (nieuw) te vervaardigen onroerende zaak, is de levering belast met omzetbelasting. De Hoge Raad verwijst de zaak voor nadere beoordeling naar Hof ''s-Hertogenbosch.