Overgang van algemeenheid van goederen ondanks gewijzigde intentie tot langdurige verhuur als belegging
Projectontwikkelaar X verkrijgt een perceel grond en sluit met een Stichting (S) een verhuurovereenkomst met een duur van 15 jaar voor een nog te bouwen pand op het betreffende perceel. De verhuur is vrij van omzetbelasting. Na realisatie van het complex ontvangt X van een potentiële koper (K) een bod voor het complex. In de finale koopovereenkomst wordt als voorwaarde opgenomen dat het complex op de leveringsdatum volledig moet zijn verhuurd. Op 19 november 2018 wordt het complex opgeleverd en in gebruik genomen (met herziening BTW) en op 30 november 2018 wordt het complex geleverd aan K. In de leveringsakte wordt art. 37d Wet OB van toepassing verklaard. K zet na de levering de verhuur van het complex aan S voort. In geschil is of art. 37d Wet OB van toepassing is.
Anders dan de Rechtbank oordeelt het Hof in hoger beroep dat de levering van een verhuurd complex onder het toepassing bereik van art. 37d Wet OB valt en dus sprake is van een overgang van een algemeenheid van goederen. De (gewijzigde) intenties van overdragende ondernemer zijn niet relevant omdat een dergelijk criterium niet is terug te vinden in de door het Hof van Justitie van de Europese Unie gebezigde uitleg van een overgang van een algemeenheid van goederen. Het oordeel van het Hof brengt wellicht met zich dat onwenselijke constructies mogelijk zijn. Art. 19, laatste volzin, van de Btw-richtlijn biedt de lidstaten de mogelijkheid alle maatregelen vast te stellen die nodig zijn om belastingfraude en -ontwijking met gebruikmaking van dit artikel te voorkomen. De wetgever is dan aan zet.
Op dezelfde dag heeft Hof Arnhem-Leeuwarden nog een vergelijkbare uitspraak gedaan (ECLI:NL:GHARL:2022:4044)
Instantie | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden |
Uitspraakdatum | 17-05-2022 |
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2022:4042 |
Zaaknummer | 20/01113 en 20/01114 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep |
Vindplaatsen | |
|
Projectontwikkelaar X verkrijgt een perceel grond en sluit met een Stichting (S) een verhuurovereenkomst met een duur van 15 jaar voor een nog te bouwen pand op het betreffende perceel. De verhuur is vrij van omzetbelasting. Na realisatie van het complex ontvangt X van een potentiële koper (K) een bod voor het complex. In de finale koopovereenkomst wordt als voorwaarde opgenomen dat het complex op de leveringsdatum volledig moet zijn verhuurd. Op 19 november 2018 wordt het complex opg…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.