Onbekendheid omvang vordering op grond van finaal verrekenbeding doet niet af aan opeisbaarheid op grond van art. 6:38 BW
Bekijk samenvatting procedureInstantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 02-12-2011 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2011:BU6591 |
Zaaknummer | 10/01293 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
Voer hier de samenvatting in 2 december 2011 Eerste Kamer Nr. 10/01293 EV/IF Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [De man], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. K.G.W. van Oven, t e g e n [De vrouw], wonende te [woonplaats], VERWEERSTER in cassatie, advocaat: aanvankelijk mr. J. Brandt, thans mr. G.R. den Dekker. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw. 1. Het geding in feitelijke instanties Voor het verloop van het geding in feit…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Nakoming van verbintenissen (art. 6:30 - 6:48)
Verjaring en verrekenbeding (art. 1:141 BW)