Kennisbank voor het notariaat

Persoonlijk verwijt niet vereist voor beroepsaansprakelijkheid advocaat

E heeft aan advocatenmaatschap X een opdracht verstrekt. Advocaat A is in dienstbetrekking bij de maatschap en advocaat M is via zijn praktijk-BV maat van de maatschap. In geschil is of de advocaten toerekenbaar zijn tekortgeschoten en onrechtmatig hebben gehandeld door hun cliënt als opdrachtgever bij de advisering in een geldleningsovereenkomst niet te informeren over de waarde van de hypothecaire zekerheid. Deze zekerheid blijkt na faillissement van de leningnemer slechts een deel van de vordering van E te dekken.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte overweegt dat van een onrechtmatige daad pas sprake kan zijn indien de advocaten persoonlijk een ernstig verwijt treft. Deze maatstaf geldt bij bestuurdersaansprakelijkheid, maar niet bij aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van een advocaat die een beroepsfout maakt. Als de cliënt de advocaat aanspreekt die de opdracht feitelijk heeft uitgevoerd, maar die niet zijn contractuele wederpartij is, kan aansprakelijkheid slechts worden aangenomen met inachtneming van de vereisten in art. 6:162 BW. Voor het slagen van deze vordering is niet vereist dat aan A persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Hetzelfde geldt voor M, ook hier geldt dat een persoonlijk ernstig verwijt geen voorwaarde is voor aansprakelijkheid, die voorwaarde geldt slechts wanneer M bij zijn taakvervulling als bestuurder toerekenbaar tekortschiet of onrechtmatig handelt.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 18-09-2015
ECLI ECLI:NL:HR:2015:2745
Zaaknummer 14/03391
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • AR 2015/1710
  • RO 2015/72
  • NJB 2015/1686
  • JWB 2015/312
  • RAV 2015/105
  • RvdW 2015/991
  • Prg. 2015/305
  • AR 2015/2375
  • Bb 2015/86.2
  • NJ 2016/66 met annotatie van P. van Schilfgaarde
  • JONDR 2015/1002
  • JA 2015/160
  • NTHR 2015, afl. 6, p. 311
  • JOR 2015/289 met annotatie van prof. mr. S.C.J.J. Kortmann
  • OR-Updates.nl 2015-0325 met annotatie van B.I. Kraaipoel
  • PS-Updates.nl 2019-0392

E heeft aan advocatenmaatschap X een opdracht verstrekt. Advocaat A is in dienstbetrekking bij de maatschap en advocaat M is via zijn praktijk-BV maat van de maatschap. In geschil is of de advocaten toerekenbaar zijn tekortgeschoten en onrechtmatig hebben gehandeld door hun cliënt als opdrachtgever bij de advisering in een geldleningsovereenkomst niet te informeren over de waarde van de hypothecaire zekerheid. Deze zekerheid blijkt na faillissement van de leningnemer sl…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW)