Reële executie van verplichting tot overname van aandelen ondanks bezwaren van notaris

X c.s. en A BV zijn op grond van de geschillenregeling uit art. 2:343 BW door de Rechtbank veroordeeld om de aandelen die Y houdt in A BV over te nemen. X c.s. en A BV laten daarna niets van zich horen, waardoor Y behoefte heeft aan reële executie. Y start daarom een nieuwe procedure. 

De Rechtbank wijst het verzoek van Y om een beslissing die tot reële executie van de verplichting van X c.s. en A BV tot overname van de aandelen leidt toe. In de statuten van A BV staat dat de bevoegdheid tot inkoop van eigen aandelen is toegekend aan de vergadering van prioriteitsaandeelhouders. De Rechtbank oordeelt dat dit vereiste hier niet aan de orde is. Op grond van art. 2:343 BW kan een veroordeling tot overname van aandelen ook de vennootschap zelf betreffen. De enige voorwaarde die de wetgever dan stelt, is dat voldaan moet zijn aan de uitkeringstest. In dit geval heeft de Rechtbank vastgesteld dat die test wordt doorstaan. Ten slotte vreest de in deze procedure betrokken notaris dat de blokkeringsregeling van A BV niet correct is nagekomen waardoor reële executie niet goed mogelijk is. De Rechtbank acht die vrees niet terecht. In art. 2:343a lid 2 BW staat een regeling om de ingevolge een rechtelijk oordeel over te nemen aandelen aan te bieden aan de aandeelhouders. De hierin opgenomen aanbiedingstermijn bedraagt een maand. Deze termijn kan afwijken van de statutaire blokkeringsregeling, maar de wettelijke termijn is doorslaggevend. In casu hebben X c.s. en A BV een sommatie van Y ontvangen. Nu geen uitstel is verkregen over de uitkomst van de aanbieding wordt teruggevallen op de veroordeling door de rechter.