Stacaravan wordt als onroerende zaak aangemerkt zodat overdrachtsbelasting is verschuldigd

In 2011 verkrijgt X een recht van erfpacht op een campingperceel. Op dit perceel bevindt zich sinds maart 2010 een stacaravan die X in 2010 heeft gekocht. In geschil is of een stacaravan een onroerende zaak is die samen met het erfpachtrecht in de heffing overdrachtsbelasting moet worden betrokken.
Het Hof overweegt dat voor de beantwoording van de vraag of ook over de caravan overdrachtsbelasting is verschuldigd, moet worden aangesloten bij civielrechtelijke criteria die gelden voor beantwoording vna de vraag of een gebouw duurzaam met de grond is verenigd. Volgens vaste jurisprudentie zijn gebouwen of werken duurzaam met de grond verenigd als zij naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven.
Uit de feiten volgt volgens het Hof dat de stacaravan bestemd was om duurzaam ter plaatse te blijven. De omstandigheid dat de stacaravan eerder door de verkoper elders op de camping was geplaatst, is een omstandigheid die niet kenbaar is uit de aard en inrichting van de zaak. Ook de waarde van de stacaravan behoort daarom volgens het Hof tot de maatstaf van heffing voor de overdrachtsbelasting. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep onder verwijzing naar art. 81 RO.