Is testamentaire lijfrente vriendin aftrekbaar voor de inkomstenbelasting bij de erfgenaam op wie verplichting rust?
Erflater E heeft in zijn testament aan zijn erven de last opgelegd om iedere maand een lijfrente-uitkering te doen aan zijn vriendin A tot haar overlijden. E en A hebben tot aan zijn overlijden ongehuwd heeft samengewoond. Een van de erfgenamen merkt de uitkering aan als persoonsgebonden aftrek.
De Hoge Raad oordeelt dat op het moment van het ontstaan van het vorderingsrecht (zijnde het overlijden van E) moet worden beoordeeld of sprake is van een onderhoudsverplichting op basis van een dringende morele verplichting als bedoeld in art. 6.3 lid 1 onder f Wet IB 2001. Van belang is of op de erflater een dringende morele verplichting rustte, deze hoeft niet (mede) op de erfgenamen te rusten om voor hen aftrekbaar te zijn.
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 11-10-2013 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2013:836 |
Zaaknummer | 12/01949 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
Erflater E heeft in zijn testament aan zijn erven de last opgelegd om iedere maand een lijfrente-uitkering te doen aan zijn vriendin A tot haar overlijden. E en A hebben tot aan zijn overlijden ongehuwd heeft samengewoond. Een van de erfgenamen merkt de uitkering aan als persoonsgebonden aftrek.De Hoge Raad oordeelt dat op het moment van het ontstaan van het vorderingsrecht (zijnde het overlijden van E) moet worden beoordeeld of sprake is van een onderhoudsverplichting op basis van een dringend…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.