Uitsluitingsclausule gold enkel voor eerste verdeling
In het kader van de echtscheiding tussen M en V is in geschil of de (helft van de) woning tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behoort. M heeft de woning in 2011 samen met twee zussen van vader geërfd. Vader had in zijn testament een uitsluitingsclausule opgenomen.
De drie erfgenamen hebben blijkens een (eerste) verdelingsakte, verleden in augustus 2013, de woning toegedeeld aan M en aan één van zijn zussen, ieder voor de onverdeelde helft. Uit deze verdelingsakte volgt dat zij hiermee de woning volledig hebben verdeeld en afgewikkeld. M heeft hierdoor de helft van de woning onder uitsluitingsclausule verkregen.
M huwt nadien met V. Zij maken vóórhuwelijkse huwelijkse voorwaarden, welke akte in september 2013 wordt verleden. Deze huwelijkse voorwaarden houden een wettelijke gemeenschap van goederen in, van welke gemeenschap (onder andere) het onverdeelde aandeel van M in de eigendom van de woning wordt uitgezonderd.
In september 2014 wordt bij een volgende verdelingsakte de onverdeeldheid van de woning tussen M en zijn zus opgeheven: de woning wordt volledig toegedeeld aan M.
De Rechtbank oordeelt dat deze latere verdelingsakte niet kan worden aangemerkt als een verdere afwikkeling van de nalatenschap van de vader van M. Hetgeen aan M is toegedeeld in het kader van deze latere verdeling valt derhalve in de gemeenschap. Dat in de tweede verdelingsakte is vermeld dat op grond van art. 3 WBR sprake is van een erfrechtelijke verkrijging en dat de notaris en de Belastingdienst de akte erkennen in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap heeft naar het oordeel van de Rechtbank rechtens geen enkele betekenis.
Instantie | Rechtbank Limburg |
Uitspraakdatum | 19-12-2018 |
ECLI | ECLI:NL:RBLIM:2018:12049 |
Zaaknummer | C/03/239497 / FA RK 17-3195 |
Bijzondere kenmerken | Bodemzaak ; Eerste aanleg - enkelvoudig ; Op tegenspraak ; Beschikking |
Vindplaatsen | |
|
In het kader van de echtscheiding tussen M en V is in geschil of de (helft van de) woning tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behoort. M heeft de woning in 2011 samen met twee zussen van vader geërfd. Vader had in zijn testament een uitsluitingsclausule opgenomen. De drie erfgenamen hebben blijkens een (eerste) verdelingsakte, verleden in augustus 2013, de woning toegedeeld aan M en aan één van zijn zussen, ieder voor de onverdeelde helft. Uit deze verdelingsakte volgt dat…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Insluitingsclausule en uitsluitingsclausule (art. 1:94 BW)
Verdeling (art. 3:182 - 3:188 BW)