Uitwinnen pandrecht is niet onrechtmatig jegens aandeelhouder
X heeft een pandrecht op de aandelen die A BV houdt in B BV. A BV is in verzuim met de voldoening waarvoor het pand tot waarborg strekt en X wint het pandrecht uit. Door de uitwinning vervalt voor A, aandeelhouder van A BV, de mogelijkheid een beroep te kunnen doen op fiscale compensatieverrekening. A klaagt erover dat het uitwinnen van het pandrecht jegens hem onrechtmatig is. Het Hof oordeelt dat X het recht van parate executie (art. 3:248 BW) niet hoeft op te schorten om A toe te staan B BV te liquideren en te ontbinden. X heeft de exclusieve bevoegdheid om met uitsluiting van eenieder een aandelenoverdracht te realiseren. De omstandigheid dat A vervolgens geen beroep kan doen op de fiscale compensatieverrekening, doet daaraan niet af.
Instantie | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden |
Uitspraakdatum | 25-02-2020 |
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2020:1609 |
Zaaknummer | 200.219.219 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep |
Vindplaatsen | |
|
X heeft een pandrecht op de aandelen die A BV houdt in B BV. A BV is in verzuim met de voldoening waarvoor het pand tot waarborg strekt en X wint het pandrecht uit. Door de uitwinning vervalt voor A, aandeelhouder van A BV, de mogelijkheid een beroep te kunnen doen op fiscale compensatieverrekening. A klaagt erover dat het uitwinnen van het pandrecht jegens hem onrechtmatig is. Het Hof oordeelt dat X het recht van parate executie (art. 3:248 BW) niet hoeft op te schorten om A toe te staan…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.