Verkoop woning met gelijktijdige kwijtschelding deel koopsom geen schenking deel woning

In november 2011 verkoopt vader V twee verhuurde woningen aan zijn dochter D. De koopprijs van € 250.000 wordt schuldig gebleven en omgezet in een lening, in dezelfde akte wordt op de lening direct € 123.000 kwijtgescholden. In de aangifte schenkbelasting maakt D aanspraak op verrekening van overdrachtsbelasting op grond van art. 24 lid 2 SW.
De Inspecteur stelt dat sprake is van een samenstel van rechtshandelingen waardoor in wezen een woning wordt geschonken, zodat art. 21 lid 5 en lid 8 SW moeten worden toegepast voor het vaststellen van de omvang van de schenking. De heffingsmaatstaf voor de schenkbelasting wordt daarmee volgens de Inspecteur gevormd door het kwijtgescholden bedrag plus het verschil tussen de WOZ-waarde en de koopsom groot min de vrijstelling, in totaal € 160.300.
De Rechtbank moet de vraag beantwoorden of de schenking bestaat uit de kwijtschelding van € 123.000 of dat sprake is van het (gedeeltelijk) schenken van een woning.
Uit een spraak van de Hoge Raad (HR 24 september 1997, nr 32567, ECLI:NL:HR:1997:AA3258) leidt de Rechtbank af dat het enkele feit dat (een deel van) de koopprijs uiteindelijk wordt kwijtgescholden, niet betekent dat aan de oorspronkelijke verkoop geen betekenis moet worden gehecht. Naar het oordeel van de Rechtbank is in dit geval de kwijtschelding het voorwerp van de schenking, zodat de waarderingsvoorschriften van art. 21 lid 5 en lid 8 SW niet van toepassing zijn.