Verruimde schenkvrijstelling ten behoeve van eigen woning geldt ook voor kosten gemaakt vòòr schenkingsdatum
A heeft op 16 december 2013 een schenking van € 100.000 van zijn ouders ontvangen. Ter zake van die schenking doet A een beroep op de tijdelijk verruimde schenkvrijstelling ten behoeve van de eigen woning. In geschil is of A een beroep kan doen op de verruimde schenkvrijstelling voor de facturen die zijn betaald vóór de schenkingsdatum.
In 2013 gold een eenmalige vrijstelling voor de schenking van de ouders aan een kind tot een bedrag van € 51.407, indien dit bedrag was geschonken aan een kind tussen 18 en 40 jaar oud en was aangewend voor de eigen woning (art. 33 onderdeel 5 SW). In het Belastingplan 2014 is deze vrijstelling in verband met de eigen woning van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 verruimd naar € 100.000. Anticiperend op deze wetsaanpassing heeft de Staatssecretaris van Financiën goedgekeurd dat deze verruimde vrijstelling kan worden toegepast voor een schenking ten behoeve van de eigen woning die tot stand is gekomen in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2013 (MvF 16 september 2013, nr BLKB2013/1699M, onderdeel 3). Hierbij zijn de voorwaarden van art. 5 UR S&E (tekst 2013) van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit betekent onder meer dat de schenking daadwerkelijk door de begunstigde moet zijn aangewend ten behoeve van de eigen woning, aangetoond met schriftelijke stukken (art. 5 onder b UR S&E).
De Rechtbank stelt dat uit deze voorwaarden niet voortvloeit dat de bestedingen voor de eigen woning moeten plaatsvinden nadat de schenking in verband met de eigen woning is gedaan. De datum van de schenking is alleen van belang voor de beoordeling of de tijdelijk verruimde vrijstelling van toepassing is. Aan deze voorwaarde is nu voldaan, omdat de schenking heeft plaatsgevonden tijdens de in het besluit genoemde periode, namelijk op 16 december 2013. De datum is niet relevant voor de vraag of A met schriftelijke stukken kan aantonen dat de schenking is aangewend ten behoeve van de eigen woning. Hierbij kan het ook gaan om kosten die zijn gemaakt vóór de schenkingsdatum. Verder merkt de Rechtbank op dat geen beroep kan worden gedaan op de verruimde vrijstelling voor de kosten die zijn gemaakt vóór 1 oktober 2013.
Tegen deze uitspraak is hoger beroep ingesteld.
Instantie | Rechtbank Gelderland |
Uitspraakdatum | 21-01-2019 |
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2019:181 |
Zaaknummer | AWB - 17 _ 1435 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - meervoudig |
Vindplaatsen | |
|
A heeft op 16 december 2013 een schenking van € 100.000 van zijn ouders ontvangen. Ter zake van die schenking doet A een beroep op de tijdelijk verruimde schenkvrijstelling ten behoeve van de eigen woning. In geschil is of A een beroep kan doen op de verruimde schenkvrijstelling voor de facturen die zijn betaald vóór de schenkingsdatum.In 2013 gold een eenmalige vrijstelling voor de schenking van de ouders aan een kind tot een bedrag van € 51.407, indien dit bedrag was…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW)
Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW)