Voor berekening waarde legaten is art. 4:6 BW relevant
E heeft dochter (D) tot enig erfgenaam benoemd en legateert aan ieder van haar zoons (Z c.s.) een bedrag gelijk aan hetgeen zij uit de nalatenschap zouden verkrijgen als zij erfgenaam in de nalatenschap waren geweest. In de uitdelingslijst wordt de waarde van de tot de nalatenschap behorende onroerende zaken - die inmiddels in waarde zijn gestegen - berekend naar het tijdstip onmiddellijk na het overlijden van E (art. 4:6 BW). Volgens Z c.s. brengt het testament mee dat voor de berekening van de legaten moet worden uitgegaan van de waarde ten tijde van de verdeling. De Hoge Raad verwerpt dit standpunt en oordeelt dat de kans op waardestijging of -daling niet voor risico komt van Z c.s. als legatarissen.
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 25-08-2023 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2023:1130 |
Zaaknummer | 22/04326 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
E heeft dochter (D) tot enig erfgenaam benoemd en legateert aan ieder van haar zoons (Z c.s.) een bedrag gelijk aan hetgeen zij uit de nalatenschap zouden verkrijgen als zij erfgenaam in de nalatenschap waren geweest. In de uitdelingslijst wordt de waarde van de tot de nalatenschap behorende onroerende zaken - die inmiddels in waarde zijn gestegen - berekend naar het tijdstip onmiddellijk na het overlijden van E (art. 4:6 BW). Volgens Z c.s. brengt het testament mee dat voor de berekening van…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.