Voor ex betaalde hypotheekrente geen voor de inkomstenbelasting aftrekbare onderhoudsverplichting

Op grond van art. 6.3 lid 1 onder f Wet IB 2001 kunnen onderhoudsverplichtingen inhoudende een in rechte vorderbare periodieke uitkering of verstrekking, die berusten op een dringende morele verplichting tot voorziening in levensonderhoud, afgetrokken worden van het inkomen uit werk en woning. In casu hebben M en V van 2006 tot 2009 samengewoond in een woning waarvan zij ieder de onverdeelde helft bezaten. Nadat zij uit elkaar zijn gegaan, is M in de woning blijven wonen. Pas in 2016 verkreeg M de volle eigendom van de woning. In 2013 heeft M niet alleen de door hem verschuldigde hypotheekrente betaald, maar ook die van V. Volgens M is die betaling te kwalificeren als een onderhoudsverplichting in de zin van art. 6.3 lid 1 onder f Wet IB 2001. Het Hof gaat hier niet in mee, omdat uit de feiten en omstandigheden die M aandraagt niet aannemelijk wordt dat van een dergelijke onderhoudsverplichting sprake is. Er is geen afspraak omtrent het betalen door M van het rentedeel van V. De hypotheekrente is derhalve niet aftrekbaar van het inkomen uit werk en woning.