Kennisbank voor het notariaat

Waarderingsvoorschrift van erfpachtrecht (art. 10b UB SW) onverbindend bij in betekenende mate lagere WEV

A en B erven van hun moeder een recht van erfpacht op haar woning. In hetzelfde jaar worden zowel het erfpachtrecht als de blote eigendom van de woning tegelijk verkocht aan een derde. Voor het erfpachtrecht ontvangen A en B € 110.000. Voor de erfbelasting is de waarde van het erfpachtrecht op grond van art. 21 lid 9 SW 1956 jo art. 10b UB SW 1956 vastgesteld op € 176.000. In geschil is voor welke waarde het recht van erfpacht op de woning voor de erfbelasting in aanmerking dient te worden genomen.
De Rechtbank oordeelt dat het arrest van de Hoge Raad (23 september 2016, nr 15/05738, ECLI:NL:HR:2016:2135) met betrekking tot de leegwaarderatio van art. 10a UB SW 1956 van overeenkomstige toepassing is met betrekking tot art. 10b UB SW 1956. In de onderhavige zaak wijkt de waarde in het economische verkeer van het erfpachtrecht (€ 110.000) in betekenende mate (10% of meer) af van de waarde volgens de forfaitaire waardebepalingsregels van art. 21 lid 9 SW 1956 jo art. 10b UB SW 1956 (€ 176.000). A beroept zich derhalve terecht op de onverbindendheid van deze regeling. Voor de heffing van erfbelasting moet rekening worden gehouden met een waarde in het economische verkeer van het erfpachtrecht op de woning, te weten € 110.000.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Uitspraakdatum 02-08-2018
ECLI ECLI:NL:RBZWB:2018:4636
Zaaknummer BRE - 16 _ 9516
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • Viditax (FutD), 16-01-2019
  • FutD 2019-0134 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • V-N Vandaag 2019/131
  • NTFR 2019/291 met annotatie van mr. J.A.L. Heldens
  • NLF 2019/0295 met annotatie van Sabine de Wijkerslooth-Lhoëst
  • ERF-Updates.nl 2019-0023
  • V-N 2019/15.13 met annotatie van Redactie

A en B erven van hun moeder een recht van erfpacht op haar woning. In hetzelfde jaar worden zowel het erfpachtrecht als de blote eigendom van de woning tegelijk verkocht aan een derde. Voor het erfpachtrecht ontvangen A en B € 110.000. Voor de erfbelasting is de waarde van het erfpachtrecht op grond van art. 21 lid 9 SW 1956 jo art. 10b UB SW 1956 vastgesteld op € 176.000. In geschil is voor welke waarde het recht van erfpacht op de woning voor de erfbelasting in aanmerking dient…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle