Wijziging gerechtigdheid huwelijksgemeenschap in breukdelengemeenschap is geen schenking en kan onder (uitzonderlijke) voorwaarden fraus legis zijn
De Hoge Raad oordeelt dat het aangaan van huwelijkse voorwaarden waarin een huwelijksgemeenschap met ongelijke delen wordt overeengekomen, geen schenking inhoudt, omdat nog geen eenzijdige vermogensverschuiving is voltrokken. Het aangaan van dergelijke huwelijkse voorwaarden kan in uitzonderlijke gevallen worden aangemerkt als fraus legis. Een uitzonderlijk geval doet zich voor als (a) het ontgaan van erfbelasting het doorslaggevende motief is en bovendien (b) het in strijd zou komen met doel en strekking van art. 1 lid 1, aanhef en onder 1°, SW als de vermogensverschuiving ten gevolge van het aangaan van de huwelijkse voorwaarden en het vervolgens overlijden van één van hen niet zou worden aangemerkt als een verkrijging krachtens erfrecht. Hieraan wordt voldaan als op het moment van het aangaan van de huwelijkse voorwaarden zo goed als zeker is dat de echtgenoot die daardoor voor het kleinste deel is gerechtigd tot de huwelijksgemeenschap, eerder zal overlijden dan de andere echtgenoot, en dat daardoor een eenzijdige vermogensverschuiving zal plaatsvinden.
Indien aan deze voorwaarden is voldaan, moet hetgeen de langstlevende echtgenoot krachtens huwelijksvermogensrecht meer toekomt dan zonder het aangaan van de huwelijkse voorwaarden het geval zou zijn, voor de toepassing van de Successiewet worden aangemerkt als een verkrijging krachtens erfrecht (zie ook Hoge Raad 15 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY0548). In deze casus is geen sprake van fraus legis, omdat de Inspecteur geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd die (indien bewezen) de conclusie kunnen dragen dat op het moment van het aangaan van de huwelijkse voorwaarden zo goed als zeker was dat M vóór V zou overlijden.
Tot slot concludeert de Hoge Raad dat de ficties van art. 11 lid 2 en/of 4 SW niet van toepassing zijn. Art. 11 lid 2 SW geldt niet voor bedingen in huwelijkse voorwaarden en art. 11 lid 4 SW geldt alleen als de langstlevende méér verkrijgt dan zijn/haar aandeel in de huwelijksgemeenschap vóór de ontbinding ervan. V heeft niet méér verkregen dan haar aandeel van 90%.
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 16-02-2024 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2024:239 |
Zaaknummer | 22/00619 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
De Hoge Raad oordeelt dat het aangaan van huwelijkse voorwaarden waarin een huwelijksgemeenschap met ongelijke delen wordt overeengekomen, geen schenking inhoudt, omdat nog geen eenzijdige vermogensverschuiving is voltrokken. Het aangaan van dergelijke huwelijkse voorwaarden kan in uitzonderlijke gevallen worden aangemerkt als fraus legis. Een uitzonderlijk geval doet zich voor als (a) het ontgaan van erfbelasting het doorslaggevende motief is en bovendien (b) het in strijd zou komen met doel…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.