Warmtebedrijven van de toekomst: aandacht voor de rechtsvorm en organisatiestructuur van het warmtebedrijf
Met de ‘Wet collectieve warmte’ (hierna: Wcw) in aantocht oriënteren warmteleveranciers, bewoners en gemeenten zich op de verschillende samenwerkingsvormen die mogelijk zijn onder het regime van deze nieuwe wet. Op dit moment kan iedere partij met een vergunning krachtens de Warmtewet warmte leveren. Na inwerkingtreding van de Wcw is dit anders. Dit wetsvoorstel geeft gemeenten de bevoegdheid en plicht om binnen de gemeente warmtekavels vast te stellen. Binnen deze warmtekavels heeft één warmtebedrijf de bevoegdheid om een duurzaam warmtenet te realiseren en te exploiteren. Dit warmtebedrijf wordt door de gemeente aangewezen en heet daarom het ‘aangewezen warmtebedrijf’. Deze hoofdregel geldt in beginsel voor warmtenetten met meer dan 1.500 verbruikers. Veel kleinere lokale projecten kunnen volstaan met een ontheffing. In de Wcw bestaan uitzonderingen op deze regel.
Om te kunnen worden aangewezen als warmtebedrijf voor een warmtekavel moet het warmtebedrijf aan enkele voorwaarden voldoen. Een van de belangrijkste voorwaarden is dat het warmtebedrijf voor meer dan de helft in handen moet zijn van de Staat der Nederlanden, de provincie, de gemeente of een ander openbaar lichaam (hierna ook: de publieke partij) óf dat sprake is van een zogeheten ‘warmtegemeenschap’.
In dit artikel worden deze twee opties voor warmtebedrijven onder de Wcw nader uiteengezet en wordt ingegaan op de statutaire verboden en geboden verbonden aan deze opties.
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.