Bewijsvermoeden beperkt zich tot hetgeen verrekend had moeten worden
Casus M en V waren gehuwd onder huwelijksvoorwaarden, inhoudende uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen met een periodiek verrekenbeding. M richt staande huwelijk een BV op. De storting op de aandelen verricht hij geheel met niet-verrekende, onverteerde inkomsten. Ten tijde van de echtscheiding vertegenwoordigen de aandelen een grote waarde, die volgens V geheel in de verrekening betrokken dient te worden betrokken op grond van art. 1:141 lid 3 BW. Volgens M is de waardestijging…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Herbelegging te verrekenen vermogen (art. 1:136 BW)
Verrekening saldo (art. 1:141 BW)