Borgtocht in notariële akte was slechts geldig voor de hoofdsom van de lening

Casus X is zelfstandig bestuurder van A BV. Op 1 juli 2007 heeft A BV een bedrag van € 2.000.000 geleend van Y. X stelt zich bij de akte borg ten behoeve van Y voor de betaling van al hetgeen de schuldeiser ter zake van voorgeschreven geldlening met hypotheekstelling te vorderen heeft of te eniger tijd mocht hebben. De echtgenote van X heeft toestemming gegeven voor het aangaan van de borgtocht in de zin van art. 1:88 BW.  Uit de bij de akte van toepassing verklaarde algemene voorwaar…