Hypothecaire geldlening voor aankoop voormalige woning kwalificeert als eigenwoningschuld voor nieuwe woning
CasusEiser (X) en zijn echtgenote (Y) wonen tot 31 augustus 2009 in woning A (hierna: de voormalige woning) en vanaf genoemde datum in woning B (hierna: de huidige woning). De voormalige woning heeft vanaf 31 augsutus 2009 leeg te koop gestaan. Per 1 januari 2013 is de termijn van artikel 3.111 lid 2 Wet IB 2001 geëindigd zonder dat de voormalige woning is verkocht. De woning is per die datum op grond van art. 3.119aa lid 4 Wet IB 2001 (fictieve vervreemding) …
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 15-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1780
Parket bij de Hoge Raad, 27-06-2019, ECLI:NL:PHR:2019:713
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-09-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:8334
Rechtbank Gelderland, 28-11-2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:6127
Gerelateerde wetstoelichtingen
Bijleenregeling (art. 3.119aa Wet IB 2001)
Eigen woning (art. 3.111 Wet IB 2001)