Niet bestemming maar feitelijk gebruik doorslaggevend voor toepassing cultuurgronduitzondering WOZ
CasusA bezit twee onbebouwde percelen grond. Op grond van het bestemmingsplan rust op de percelen de bestemming bedrijfsdoeleinden (industriële en ambachtelijke doeleinden en groothandel). De percelen zijn in gebruik bij een bedrijf dat zich bezighoudt met het fokken en houden van rundvee, en worden gebruikt voor het telen van mais ten behoeve van het vee. In geschil is of de percelen onder de cultuurgronduitzondering van art. 2 lid 1 sub a Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR)
Waardepeildatum (art. 18 Wet WOZ)