Uitzondering op toestemmingsvereiste ex art. 1:88 lid 5 BW ook van toepassing bij buitenlandse vennootschap

CasusV is gehuwd met aandeelhouder A van de Chinese vennootschap Y. Bestuurder B van Y is een schriftelijke geldlening aangegaan met X welke A mede heeft ondertekend. A en B zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de geldlening. X vordert nu van onder meer A het uitgeleende geldbedrag terug. Bij tussenvonnis op 4 september 2013 heeft Rechtbank Midden-Nederland geoordeeld dat art. 1:88 lid 5 BW zich leent voor toepassing met betrekking tot een buitenlandse rechtspersoon aangezien gesteld noch ge…