Zakelijke overwegingen bij fusie moeten worden bezien in context van activiteiten fuserende lichamen
CasusStichting A en Stichting B waren voor respectievelijk 1/20 en 19/20 onverdeeld aandeel gerechtigd tot een recht van erfpacht op een perceel. B heeft op dat perceel een pand gerealiseerd dat voor de onderwijsactiviteiten van A is bestemd. Het pand wordt door A van B gehuurd. In 2013 zijn A en B gefuseerd met A als verkrijgende stichting en B als verdwijnende stichting.In geschil is of A over de verkrijging van 19/20 deel van het recht van erfpacht overdrachtsbelasting is verschuldigd. A ste…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-06-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:4545
Rechtbank Gelderland, 17-09-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:5800
Gerelateerde wetstoelichtingen
Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR)
Vrijstelling bij juridische fusie (art. 5bis UB BRV)