Consolidatieregeling van art. 4 WBR mist toepassing, omdat verkrijger voorafgaand geen belang had in de rechtspersoon
CasusX bezit 100% van de aandelen in Holding X BV. In 2000 hebben de ouders van X hun schildersbedrijf ingebracht in Werkmaatschappij BV waarvan ze de aandelen houden via Holding O BV. In 2008 en 2009 wordt 95% van de aandelen in Werkmaatschappij BV overgedragen aan Holding X BV. In 2014 dragen Holding X BV en Holding O BV hun belangen in Werkmaatschappij BV over aan Tussenholding BV. De zoon X houdt via Holding X BV 95% in Tussenholding BV en de ouders houden via Holding O BV 5% in Tussenholdi…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Fictieve onroerende zaken (art. 4 WBR)
Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR)