Vermogen van stichting wordt meegenomen bij berekening legitieme portie
CasusErflaatster E heeft tijdens haar leven een stichting opgericht en daarin vermogen ingebracht. E heeft bij testament kind A tot haar enig erfgenaam benoemd, maar had in totaal drie kinderen. Uit een brief van E aan kind A blijkt dat E de stichting heeft opgericht met als doel te voorkomen dat onroerende zaken moesten worden meegenomen bij de berekening van de legitieme portie van de legitimarissen. Een van de legitimarissen stelt dat hiermee sprake is van een schijnconstructie. In geschil…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Afgezonderd particulier vermogen (art. 2.14a Wet IB 2001)
Legitieme portie (art. 4:63 - 4:92 BW)