Legitieme portie (art. 4:63 - 4:92 BW)
1 Algemene bepalingen1.1 Aanspraak maken op legitieme portie in drie gevallenDe legitieme portie van een legitimaris is het gedeelte van de waarde van het vermogen van de erflater waarop de legitimaris in weerwil van giften en uiterste wilsbeschikkingen van de erflater aanspraak kan maken (art. 4:63 lid 1 BW). Aanspraak maken op de legitieme portie kan in drie gevallen:indien een legitimaris is onterfd en toch zijn legitieme wil ontvangen;indien erflater in zijn uiterste wil besc…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 63
Artikel 63
1 De legitieme portie van een legitimaris is het gedeelte van de waarde van het vermogen van de erflater, waarop de legitimaris in weerwil van giften en uiterste wilsbeschikkingen van de erflater aanspraak kan maken.
2 Legitimarissen zijn de afstammelingen van de erflater die door de wet als erfgenamen tot zijn nalatenschap worden geroepen, hetzij uit eigen hoofde, hetzij bij plaatsvervulling met betrekking tot personen die op het ogenblik van het openvallen der nalatenschap niet meer bestaan of die onwaardig zijn.
3 De legitimaris die de nalatenschap verwerpt, verliest zijn recht op de legitieme portie, tenzij hij bij het afleggen van de verklaring bedoeld in artikel 191, tevens verklaart dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen.
Artikel 64
Artikel 64
1 De legitieme portie van een kind van de erflater bedraagt de helft van de waarde waarover de legitieme porties worden berekend, gedeeld door het aantal in artikel 10 lid 1 onder a genoemde, door de erflater achtergelaten personen.
2 Afstammelingen van een kind van de erflater dat op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap niet meer bestaat, worden voor de toepassing van het eerste lid tezamen als een door de erflater achtergelaten kind geteld. Afstammelingen van een kind van de erflater die legitimaris zijn, kunnen ieder slechts voor hun deel opkomen.
Artikel 65
Artikel 65
De legitieme porties worden berekend over de waarde van de goederen der nalatenschap, welke waarde wordt vermeerderd met de bij deze berekening in aanmerking te nemen giften en verminderd met de schulden, vermeld in artikel 7 lid 1 onder a tot en met c en f. Buiten beschouwing blijven giften waaruit schulden als bedoeld in artikel 7 lid 1 onder i zijn ontstaan.
Artikel 66
Artikel 66
1 Voor de toepassing van deze afdeling worden giften gewaardeerd naar het tijdstip van de prestatie, behoudens het in de volgende leden bepaalde. Met een mogelijkheid dat de erflater de gift had kunnen herroepen wordt geen rekening gehouden.
2 Giften waarbij de erflater zich het genot van het geschonkene gedurende zijn leven heeft voorbehouden, en andere giften van een voordeel bestemd om pas na zijn overlijden ten volle te worden genoten, worden geschat naar de waarde onmiddellijk na zijn overlijden. Hetzelfde geldt voor giften van prestaties die de erflater bij zijn overlijden nog niet had verricht, met dien verstande dat met deze giften, evenals met de uit dien hoofde nagelaten schulden, geen rekening wordt gehouden voor zover de nalatenschap niet toereikend is. Een gift die bestaat in de aanwijzing van een begunstigde bij sommenverzekering, wordt in aanmerking genomen tot haar waarde overeenkomstig artikel 188 leden 2 en 3 van Boek 7.
3 Giften, bestaande in de vervreemding van een goed door de erflater tegen verschaffing door de wederpartij van een aan het leven van de erflater gebonden recht, worden gewaardeerd als een gift van dat goed, verminderd met de waarde van de door de erflater ontvangen of hem bij zijn overlijden nog verschuldigde prestaties, voor zover deze niet bestonden in genot van dat goed.
Artikel 67
Artikel 67
Bij de berekening van de legitieme porties worden de volgende door de erflater gedane giften in aanmerking genomen:
a. giften die kennelijk gedaan en aanvaard zijn met het vooruitzicht dat daardoor legitimarissen worden benadeeld;
b. giften die de erflater gedurende zijn leven te allen tijde had kunnen herroepen of die hij bij de gift voor inkorting vatbaar heeft verklaard;
c. giften van een voordeel, bestemd om pas na zijn overlijden ten volle te worden genoten;
d. giften, door de erflater aan een afstammeling gedaan, mits deze of een afstammeling van hem legitimaris van de erflater is;
e. andere giften, voor zover de prestatie binnen vijf jaren voor zijn overlijden is geschied.
Artikel 68
Artikel 68
Giften van de erflater aan zijn echtgenoot worden voor de toepassing van deze afdeling buiten beschouwing gelaten voor zover zich, ten gevolge van een gemeenschap van goederen waarin de erflater en de echtgenoot ten tijde van de gift gehuwd waren of ten gevolge van een tussen hen op dat tijdstip geldend verrekenbeding, geen verrijking ten koste van het vermogen van de gever heeft voorgedaan.
Artikel 69
Artikel 69
1 Voor de toepassing van deze afdeling worden niet als giften beschouwd:
a. giften aan personen ten aanzien van wie de erflater moreel verplicht was bij te dragen in hun onderhoud tijdens zijn leven of na zijn dood, voor zover zij als uitvloeisel van die verplichting zijn aan te merken en in overeenstemming waren met het inkomen en het vermogen van de erflater;
b. gebruikelijke giften voor zover zij niet bovenmatig waren.
2 Lid 1 is niet van toepassing op giften als bedoeld in artikel 7 lid 1 onder i.
Artikel 70
Artikel 70
1 De waarde van giften, door de erflater aan een legitimaris gedaan, komt in mindering van diens legitieme portie.
2 Voor de toepassing van het vorige lid worden giften aan een afstammeling die legitimaris zou zijn geweest indien hij de erflater had overleefd of niet onwaardig was geweest, aangemerkt als giften aan de van hem afstammende legitimarissen, naar evenredigheid van hun legitieme portie.
3 Met een gift wordt gelijkgesteld hetgeen een legitimaris verkrijgt of kan verkrijgen uit een door de erflater ter nakoming van een natuurlijke verbintenis gesloten sommenverzekering die geen pensioenverzekering is en die door het overlijden van de erflater tot uitkering komt.
Artikel 71
Artikel 71
De waarde van al hetgeen een legitimaris krachtens erfrecht verkrijgt, komt in mindering van zijn legitieme portie.
Artikel 72
Artikel 72
De waarde van hetgeen een legitimaris als erfgenaam kan verkrijgen, komt ook in mindering van zijn legitieme portie wanneer hij de nalatenschap verwerpt, tenzij
a. de goederen onder een voorwaarde, een last of een bewind zijn nagelaten, of
b. ten laste van de legitimaris legaten zijn gemaakt die verplichten tot iets anders dan betaling van een geldsom of overdracht van goederen der nalatenschap, en de verwerping binnen drie maanden na het overlijden van de erflater geschiedt.
Artikel 73
Artikel 73
1 De waarde van een legaat aan een legitimaris van een bepaalde geldsom of van niet in een vorderingsrecht bestaande goederen der nalatenschap komt ook in mindering van zijn legitieme portie wanneer hij het legaat verwerpt, tenzij
a. het legaat onder een voorwaarde, een last of een bewind is gemaakt, of
b. ten laste van de legitimaris sublegaten zijn gemaakt die verplichten tot iets anders dan betaling van een geldsom, of
c. het legaat later dan zes maanden na het overlijden van de erflater, of indien de legitimaris mede-erfgenaam is, pas na de verdeling der nalatenschap opeisbaar wordt, of
d. het legaat ten laste komt van een of meer erfgenamen wier erfdelen ontoereikend zijn om het legaat daaruit te voldoen, en de verwerping binnen drie maanden na het overlijden van de erflater geschiedt.
2 Heeft de erflater de in artikel 125 lid 2 bedoelde bevoegdheid ontzegd aan een legitimaris, dan kan deze het legaat binnen drie maanden na het overlijden van de erflater verwerpen, zonder dat de waarde ervan in mindering komt van zijn legitieme portie.
Artikel 74
Artikel 74
1 De contante waarde van een aan een legitimaris gemaakt legaat van een in termijnen te betalen geldsom komt ook bij verwerping in mindering van zijn legitieme portie, indien in de uiterste wil is vermeld dat zonder deze beschikking de voortzetting van een beroep of bedrijf van de erflater in ernstige mate zou worden bemoeilijkt. Met een beroep of bedrijf van de erflater wordt gelijkgesteld een onderneming, gedreven door een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarvan de erflater bestuurder was en waarin deze alleen of met zijn medebestuurders de meerderheid der aandelen hield.
2 Is de vermelde grond onjuist, dan kan de legitimaris binnen drie maanden na het overlijden van de erflater verklaren dat hij betaling van de contante waarde ineens verlangt. Degene die de juistheid van de grond staande houdt, moet haar bewijzen. Is de opgegeven grond juist, doch laat deze een snellere afbetaling toe, dan kan de rechter de verbintenis uit het legaat in die zin wijzigen.
3 Indien de legitimaris zulks binnen drie maanden na het overlijden van de erflater verzoekt, kan de kantonrechter de met het legaat belaste personen bevelen zekerheid te stellen; de kantonrechter stelt het bedrag en de aard van de zekerheid vast. Wordt daaraan niet voldaan binnen de door de kantonrechter daarvoor gestelde termijn, dan komt het legaat niet in mindering van zijn legitieme portie indien de legitimaris het alsnog verwerpt.
Artikel 75
Artikel 75
1 De waarde van hetgeen een legitimaris krachtens erfrecht onder bewind kan verkrijgen, komt ook bij verwerping in mindering van zijn legitieme portie, indien het bewind is ingesteld op de in de uiterste wil vermelde grond:
a. dat de legitimaris ongeschikt of onmachtig is in het beheer te voorzien, of
b. dat zonder bewind de goederen hoofdzakelijk diens schuldeisers zouden ten goede komen.
2 De legitimaris die de nalatenschap of het legaat heeft aanvaard is gedurende drie maanden na het overlijden van de erflater bevoegd de juistheid van de opgegeven grond te betwisten; alsdan moet degene die haar staande houdt haar bewijzen. Is de opgegeven grond juist, doch rechtvaardigt dit de door de erflater vastgestelde regels van het bewind niet, dan kan de rechter die regels wijzigen of zelfs ten dele opheffen.
3 Is vermelde grond onjuist, dan kan de legitimaris binnen een maand nadat de uitspraak waarbij de onjuistheid is vastgesteld, in kracht van gewijsde is gegaan, schriftelijk aan de bewindvoerder verklaren dat hij zijn legitieme in geld wenst te ontvangen. De bewindvoerder maakt daartoe het onder bewind gestelde met overeenkomstige toepassing van artikel 147 voor zover nodig te gelde; het restant van de goederen keert hij uit aan degenen aan wie deze zouden zijn toegekomen indien de legitimaris de nalatenschap of het legaat had verworpen.
4 Staan goederen onder bewind waarvan de waarde krachtens artikel 70 in mindering van de legitieme komt en vermeldt de akte waarbij het bewind is ingesteld een grond als bedoeld in lid 1, dan zijn de leden 2 en 3 van overeenkomstige toepassing. Vermeldt de akte niet een grond als bedoeld in lid 1, dan kan de legitimaris aanspraak maken op ontvangst van zijn legitieme in geld op de wijze als voorzien in lid 3, met dien verstande dat de aldaar bedoelde verklaring binnen drie maanden na het overlijden van de erflater moet worden afgelegd.
5 Bij de vaststelling van de op de legitieme portie toe te rekenen waarde wordt met het bewind slechts rekening gehouden, indien de vermelde grond onjuist is verklaard doch de legitimaris geen gebruik maakt van de hem in lid 3, eerste zin, verleende bevoegdheid.
Artikel 76
Artikel 76
Bij de vaststelling van de waarde van hetgeen overeenkomstig de artikelen 70 tot en met 75 op de legitieme portie in mindering komt, wordt geen rekening gehouden met het vruchtgebruik dat daarop krachtens afdeling 1 of 2 van titel 3 kan komen te rusten.
Artikel 77
Artikel 77
De in de artikelen 72, 73 lid 1, laatste zinsnede, en lid 2, 74 leden 2 en 3 en 75 leden 2 en 4 bedoelde termijnen kunnen door de kantonrechter een of meermalen op grond van bijzondere omstandigheden worden verlengd, zelfs nadat de termijn reeds was verlopen.
Artikel 78
Artikel 78
1 Een legitimaris die niet erfgenaam is, kan tegenover de erfgenamen en met het beheer der nalatenschap belaste executeurs aanspraak maken op inzage en een afschrift van alle bescheiden die hij voor de berekening van zijn legitieme portie behoeft; zij verstrekken hem desverlangd alle daartoe strekkende inlichtingen.
2 Op zijn verzoek kan de kantonrechter een of meer der erfgenamen en met het beheer der nalatenschap belaste executeurs doen oproepen ten einde de deugdelijkheid van de boedelbeschrijving in tegenwoordigheid van de verzoeker onder ede te bevestigen.
Artikel 79
Artikel 79
Terzake van zijn legitieme portie kan de legitimaris een vordering verkrijgen:
a. op de gezamenlijke erfgenamen dan wel de echtgenoot van de erflater, door daarop aanspraak te maken overeenkomstig artikel 80 lid 1, dan wel
b. op een begiftigde, door inkorting als bedoeld in artikel 89.
Artikel 80
Artikel 80
1 Een legitimaris die daarop aanspraak maakt, heeft terzake van hetgeen hem met inachtneming van de artikelen 70 tot en met 76 als legitieme portie toekomt, een vordering in geld op de gezamenlijke erfgenamen dan wel, wanneer de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13, op de als erfgenaam achtergelaten echtgenoot van de erflater.
2 De erfgenamen en, na verdeling overeenkomstig artikel 13, de echtgenoot zijn niet verplicht de vorderingen te voldoen, voor zover deze tezamen de waarde der nalatenschap te boven gaan; voor zover nodig ondergaan de vorderingen elk een evenredige vermindering. Onder de waarde van de nalatenschap wordt hier verstaan de waarde van de goederen van de nalatenschap, verminderd met de in artikel 7 lid 1 onder a, b, c en f vermelde schulden.
Artikel 81
Artikel 81
1 De vordering is niet opeisbaar voordat zes maanden zijn verstreken na het overlijden van de erflater.
2 Voor zover nodig in afwijking van lid 1 is de vordering, indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13, opeisbaar indien:
a. de echtgenoot in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard;
b. de echtgenoot is overleden.
Voorzover de vordering ten laste komt van een legaat aan een ander dan de echtgenoot, leidt de eerste zin niet tot een later tijdstip van opeisbaarheid dan voortvloeit uit lid 1.
3 Zolang goederen der nalatenschap kunnen worden belast met een vruchtgebruik krachtens artikel 29 of artikel 30, is de vordering niet opeisbaar. Bij de toepassing van de eerste zin blijft artikel 31 lid 4, eerste zin, buiten beschouwing.
4 Zolang een vruchtgebruik krachtens artikel 29 of artikel 30 bestaat, is de vordering niet opeisbaar, voor zover de echtgenoot daarvoor is verbonden. In geval van faillissement van de echtgenoot of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen wordt de vordering opeisbaar, voor zover de echtgenoot daarvoor is verbonden.
5 Voor zover voor de vordering anderen dan de echtgenoot zijn verbonden, kan, zolang een vruchtgebruik krachtens artikel 29 of artikel 30 bestaat, van elk van die anderen slechts het gedeelte van de vordering worden opgeëist dat overeenkomt met het gedeelte dat zijn aandeel in de niet met vruchtgebruik belaste goederen van de nalatenschap uitmaakt van de goederen van de nalatenschap.
6 Is de vordering, bedoeld in artikel 80 lid 1, opeisbaar geworden doordat ten aanzien van de echtgenoot de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan is de vordering, voor zover zij onvoldaan is gebleven, door beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op grond van artikel 356 lid 2 van de Faillissementswet wederom niet opeisbaar. Artikel 358 lid 1 van de Faillissementswet vindt ten aanzien van de vordering geen toepassing.
Artikel 82
Artikel 82
Een erflater kan aan een uiterste wilsbeschikking ten behoeve van zijn niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot de voorwaarde verbinden dat de vordering van een legitimaris, voor zover deze ten laste zou komen van de echtgenoot, eerst opeisbaar is na diens overlijden. Een voorwaarde als bedoeld in de vorige zin kan op overeenkomstige wijze worden verbonden aan een making ten behoeve van een andere levensgezel, indien deze met de erflater een gemeenschappelijke huishouding voert en een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst is aangegaan.
Artikel 83
Artikel 83
Bij uiterste wilsbeschikking kan de erflater de opeisbaarheid van de vordering van de legitimaris, voorzover deze ten laste zou komen van de echtgenoot of de in artikel 82, tweede zin, bedoelde andere levensgezel, ook doen afhangen van andere omstandigheden dan die welke genoemd zijn in de artikelen 81 lid 2 en 82.
Artikel 84
Artikel 84
De vorderingen worden verhoogd met een percentage dat overeenkomt met dat van de wettelijke rente, voor zover dit percentage hoger is dan zes, berekend per jaar vanaf de dag waarop aanspraak op de legitieme portie is gemaakt, bij welke berekening telkens uitsluitend de hoofdsom in aanmerking wordt genomen.
Artikel 85
Artikel 85
1 De mogelijkheid om aanspraak te maken op de legitieme portie vervalt, indien de legitimaris niet binnen een hem door een belanghebbende gestelde redelijke termijn, en uiterlijk vijf jaren na het overlijden van de erflater, heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen.
2 Indien negen maanden na het overlijden van de erflater niet vaststaat in hoeverre diens echtgenoot aanspraak zal maken op vestiging van een vruchtgebruik krachtens artikel 30, vervalt het deel van de vordering dat ten laste van de echtgenoot zou komen, tenzij de legitimaris binnen die termijn aan de echtgenoot heeft verklaard dat hij zijn legitieme portie wenst te ontvangen. Artikel 77 is op deze termijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 86
Artikel 86
Indien ten aanzien van de erflater afdeling 2 of 3 van titel 18 van Boek 1 is toegepast, lopen de termijnen, genoemd in lid 1 van artikel 81 en de leden 1 en 2 van artikel 85 vanaf de dag waarop de beschikking, bedoeld in artikel 417 lid 1 onderscheidenlijk artikel 427 lid 1 van Boek 1, in kracht van gewijsde is gegaan.
Artikel 87
Artikel 87
1 De voldoening van de schulden aan de legitimarissen komt als eerste ten laste van het gedeelte der nalatenschap waarover de erflater niet door erfstellingen of legaten heeft beschikt. Erft een afstammeling van een onterfde legitimaris bij plaatsvervulling, dan wordt voor de vordering van die legitimaris als eerste het aan de afstammeling toekomende gedeelte van de nalatenschap ingekort, tenzij uit de uiterste wil iets anders voortvloeit.
2 Indien inkorting overeenkomstig lid 1 onvoldoende is, worden de makingen ingekort. Tenzij uit de uiterste wil iets anders voortvloeit, komen alle erfstellingen en legaten gelijkelijk naar evenredigheid van hun waarde voor inkorting in aanmerking, met dien verstande dat voor zover een making is te beschouwen als voldoening aan een natuurlijke verbintenis van de erflater, zij pas na de andere makingen voor inkorting in aanmerking komt.
3 Het gedeelte van de nalatenschap dat aan een legitimaris toekomt en zijn legitieme portie niet te boven gaat, kan in afwijking van de leden 1 en 2 pas als laatste worden ingekort. De inkorting van dat gedeelte geschiedt alsdan, met vermindering van de vordering waarvoor wordt ingekort, zodanig dat beide legitimarissen een zelfde evenredig deel van hun legitieme porties verkrijgen.
4 Inkorting van een legaat geschiedt door een verklaring aan de legataris door de met het legaat belaste erfgenamen of, indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13, de echtgenoot van de erflater. Artikel 120 lid 4, tweede zin, is van overeenkomstige toepassing.
5 Voor zover de schuld aan een legitimaris ten laste komt van het erfdeel van de echtgenoot of andere levensgezel van de erflater en haar voldoening eerst kan worden verlangd op een met toepassing van artikel 81 lid 2, 82 of 83 vast te stellen tijdstip, is de echtgenoot of andere levensgezel daarvoor met zijn gehele vermogen aansprakelijk, ook als hij de nalatenschap beneficiair had aanvaard.
6 Voor zover de schuld aan een legitimaris ten laste komt van een aan de echtgenoot of andere levensgezel gemaakt legaat waaraan een voorwaarde als bedoeld in artikel 82 of 83 is verbonden, komt zij, onder de bedoelde voorwaarde, door voldoening van het legaat en een verklaring overeenkomstig lid 4 op de echtgenoot of andere levensgezel te rusten.
7 Voor de toepassing van dit artikel wordt een last die strekt tot een uitgave van geld of een goed uit de nalatenschap, gelijkgesteld met een legaat.
Artikel 88
Artikel 88
Voor zover de vordering van de legitimaris ingevolge artikel 81 lid 2 of een voorwaarde als bedoeld in artikel 82 niet opeisbaar is, is de echtgenoot of de andere levensgezel, bedoeld in artikel 82, op verzoek van de legitimaris verplicht tot voldoening voor hem van de belasting, geheven ter zake van de verkrijging van zijn vordering. De vordering van de legitimaris wordt verminderd met het ingevolge de eerste zin voor de legitimaris voldane bedrag.
Artikel 89
Artikel 89
1 Is hetgeen een legitimaris op grond van zijn in artikel 80 lid 1 bedoelde vordering kan verkrijgen onvoldoende om hem zijn legitieme portie te verschaffen, dan kan hij de daarvoor vatbare giften inkorten, voor zover zij aan zijn legitieme portie afbreuk doen. Bij de bepaling van de vordering, bedoeld in de eerste zin, wordt rekening gehouden met een eventuele vermindering ingevolge de artikelen 80 lid 2 en 87 lid 3. Buiten beschouwing blijven de verhoging, bedoeld in artikel 84, alsmede het deel van de vordering dat ingevolge artikel 85 lid 2 is vervallen.
2 Voor inkorting vatbaar zijn de in artikel 67 bedoelde giften.
3 Een gift komt voor inkorting slechts in aanmerking, voor zover de legitimaris zijn legitieme portie niet door inkorting van jongere giften kan verkrijgen. Giften van een voordeel bestemd om pas na het overlijden van de erflater ten volle te worden genoten, worden hierbij beschouwd als giften op het tijdstip van zijn overlijden.
Artikel 90
Artikel 90
1 Inkorting van een gift geschiedt door een verklaring aan de begiftigde. Deze is verplicht de waarde van het ingekorte gedeelte van de gift aan de legitimaris te vergoeden, voor zover dit niet, alle omstandigheden in aanmerking genomen, onredelijk is.
2 Een gift kan niet worden ingekort voor zover zij in mindering van de legitieme portie van een mede-legitimaris komt.
3 De bevoegdheid van een legitimaris tot inkorting van een gift vervalt na verloop van een hem daarvoor door de begiftigde gestelde redelijke termijn, en uiterlijk vijf jaren na het overlijden van de erflater.
Artikel 91
Artikel 91
1 Indien de erflater makingen of giften heeft gedaan aan een stiefkind, wordt in afwijking van de artikelen 80 tot en met 89 op die makingen en giften niet ingekort, behoudens voorzover de waarde daarvan hoger is dan twee maal hetgeen de legitieme portie van een kind van de erflater had belopen, indien de door de erflater aldus bevoordeelde stiefkinderen diens eigen kinderen waren geweest. De in de eerste zin bedoelde waarde wordt vermeerderd met de waarde van hetgeen alsdan overeenkomstig artikel 70 lid 3 met een gift gelijkgesteld zou worden.
2 Voorzover voor de in artikel 80 bedoelde vordering van de legitimaris in verband met lid 1 niet overeenkomstig artikel 87 kan worden ingekort, wordt deze verminderd.
3 De erflater kan bij een gift aan een stiefkind of bij uiterste wilsbeschikking bepalen dat lid 1 geheel of ten dele buiten toepassing blijft.
Artikel 92
Artikel 92
1 Na het overlijden van de legitimaris komen zijn bevoegdheden toe aan hen die tot zijn nalatenschap gerechtigd zijn.
2 In het geval van faillissement van de legitimaris of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen kunnen zijn bevoegdheden worden uitgeoefend door de curator in het faillissement onderscheidenlijk de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling.
3 De bevoegdheden van een legitimaris kunnen slechts tezamen met zijn erfdeel worden overgedragen.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Deontologie erfrecht | Categorie Erfrecht |
Titel Gehandicaptentestament | Categorie Erfrecht |
Titel Legitieme portie | Categorie Erfrecht |
Titel Termijnen in het erfrecht | Categorie Erfrecht |
Titel Wettelijk erfrecht | Categorie Erfrecht |
Titel Samengestelde gezinnen | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Samenwonen | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Stiefkind | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Quasi-wettelijke verdeling | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Schenking | Categorie Familierecht (overig) |
Nieuws
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Kwijtschelding (gedeelte) overnamesom melkveehouderij kwalificeert als gift voor legitieme portie | Instantie Rechtbank Overijssel | Datum 17-07-2024 | Nummer ECLI:NL:RBOVE:2024:3866 |
Imputatieregeling tweetrapsmaking | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 20-03-2024 | Nummer C/09/613444/HA ZA 21 -539 |
Legitimaris start niet tijdig procedure om testamentair bewind te betwisten | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 07-02-2024 | Nummer ECLI:NL:RBDHA:2024:2367 |
Toepassing legitieme regeling op niet-opeisbare legaten | Instantie Rechtbank Midden-Nederland | Datum 31-01-2024 | Nummer ECLI:NL:RBMNE:2024:354 |
Bij berekening legitieme portie moest woning in onverhuurde staat worden gewaardeerd | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 17-01-2024 | Nummer ECLI:NL:RBDHA:2024:607 |
Verwerping nalatenschap met geldig beroep op legitieme portie | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 02-01-2024 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2024:37 |
Gedragsbeïnvloedende clausule in testament om beroep op legitieme portie te voorkomen, is rechtsgeldig | Instantie Rechtbank Noord-Holland | Datum 13-12-2023 | Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:13537 |
Uitkering van levensverzekering valt in privévermogen van begunstigde langstlevende | Instantie Hoge Raad | Datum 24-11-2023 | Nummer ECLI:NL:HR:2023:1632 |
Gift telde niet mee voor berekening legitieme portie vanwege morele onderhoudsverplichting | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 03-10-2023 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:8331 |
Nederlands recht van toepassing vanwege nietige rechtskeuze in testament | Instantie Gerechtshof Amsterdam | Datum 26-09-2023 | Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2319 |
Notaris niet gehandeld buiten takenpakket vereffenaar | Instantie Gerechtshof Amsterdam | Datum 20-06-2023 | Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:1602 |
Verlenging termijn verwerping nalatenschap door Kantonrechter omdat boedelbeschrijving uitbleef | Instantie Rechtbank Overijssel | Datum 09-06-2023 | Nummer ECLI:NL:RBOVE:2023:2803 |
Geen mindering legitieme portie wegens verval legaat als gevolg van vervalbepaling | Instantie Rechtbank Noord-Holland | Datum 31-05-2023 | Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:4941 |
Vermogen van stichting wordt meegenomen bij berekening legitieme portie | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 02-05-2023 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:848 |
Minderjarige verwachter heeft geen recht op legitieme portie | Instantie Rechtbank Noord-Holland | Datum 05-04-2023 | Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:3629 |
Onvoldoende gebleken dat gift is gedaan en aanvaard met vooruitzicht om legitimarissen te benadelen | Instantie Rechtbank Gelderland | Datum 07-12-2022 | Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:6806 |
Redelijke termijn voor aanspraak legitieme portie (art. 4:85 BW) | Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch | Datum 27-09-2022 | Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:3275 |
Bereik informatieplicht art. 4:78 BW met betrekking tot vermogensverloop erfgenamen | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 20-09-2022 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:1760 |
Geheimhoudingsbeding testament niet geschonden door notaris die legitimarissen informeerde | Instantie Gerechtshof Amsterdam | Datum 05-07-2022 | Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:1775 |
Notaris moet termijn van art. 4:72 BW zorgvuldig bewaken | Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden | Datum 18-05-2022 | Nummer ECLI:NL:TNORARL:2022:15 |
Toetreding tot VOF hield gift in en telt daarom mee bij bepalen legitieme | Instantie Rechtbank Rotterdam | Datum 23-03-2022 | Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:1966 |
Notaris heeft onzorgvuldig gehandeld door geen contact op te nemen met erfgename | Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch | Datum 21-03-2022 | Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2022:17 |
Conservatoir beslag vanwege niet-opeisbare legitieme portie | Instantie Rechtbank Limburg | Datum 22-02-2022 | Nummer ECLI:NL:RBLIM:2022:1352 |
Schenking door vader ondanks huwelijksgoederengemeenschap en gebruik van woning zonder tegenprestatie is geen gift | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 07-12-2021 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:11253 |
Geschil omvang legitimaire massa | Instantie Rechtbank Rotterdam | Datum 24-11-2021 | Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:11751 |
Finaal verrekenbeding is volgens Rechtbank quasi-legaat (art. 4:126 lid 2 sub a BW) | Instantie Rechtbank Gelderland | Datum 03-11-2021 | Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:5835 |
Legitieme portie niet-opeisbaar vanwege wijziging inkortingsvolgorde | Instantie Rechtbank Rotterdam | Datum 18-10-2021 | Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:10145 |
Erfgenamen bezwaarde niet aansprakelijk voor legitieme | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 16-02-2021 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:1673 |
Notaris onderkent rol als partijadviseur onvoldoende | Instantie Gerechtshof Amsterdam | Datum 26-01-2021 | Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:6 |
Vordering legitieme portie pas opeisbaar na overlijden erfgenaam | Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch | Datum 27-10-2020 | Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:3324 |
Executeur moet aan legitimaris mogelijkheid verschaffen om verscheidene stukken te controleren | Instantie Rechtbank Midden-Nederland | Datum 21-10-2020 | Nummer ECLI:NL:RBMNE:2020:5421 |
Hof motiveert onvoldoende dat betalingen aan Liechtensteinse Stiftung in aanmerking moeten worden genomen bij berekening legitimaire massa | Instantie Hoge Raad | Datum 09-10-2020 | Nummer ECLI:NL:HR:2020:1589 |
Inzage in stukken door de legitimaris/niet-erfgenaam | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 01-09-2020 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:2329 |
Hof ziet in bedrijfsoverdracht tegen agrarische waarde geen gift | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 16-06-2020 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:2297 |
Bewindvoerder mag afzien van inroepen legitieme portie gehandicapt kind | Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch | Datum 14-05-2020 | Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1571 |
Volgens Hof is uitbetaling legitieme portie en moederlijk erfdeel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 03-03-2020 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:410 |
Verstrekkend informatierecht legitimaris/niet-erfgenaam voor berekening legitieme portie | Instantie Rechtbank Overijssel | Datum 07-01-2020 | Nummer ECLI:NL:RBOVE:2020:1065 |
Kan notaris worden aangemerkt als vertegenwoordiger van de executeur en/of erfgenamen? | Instantie Rechtbank Rotterdam | Datum 11-12-2019 | Nummer ECLI:NL:RBROT:2019:9693 |
Cautio Socini trad niet in werking door betwistingen erfgenaam | Instantie Rechtbank Amsterdam | Datum 23-10-2019 | Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:7493 |
Zoon verplicht tot afleggen verantwoording aan overige kinderen van erflaatster over pinopnames voor overlijden | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 01-10-2019 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:7999 |
Verhouding inkortingsvolgorde en opeisbaarheid van legitieme portie | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 03-07-2019 | Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:15128 |
Premiebetaling aan kleinkind geen ongebruikelijke en bovenmatige gift | Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch | Datum 29-01-2019 | Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:254 |
Rechtbank oordeelt dat overdracht van woonboerderij tegen waarde volgens Successiewet geen gift is | Instantie Rechtbank Noord-Nederland | Datum 30-05-2018 | Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:1951 |
Interpretatie van ‘legitimaris zijn’ in art. 4:67 sub d BW | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 06-02-2018 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:1168 |
Notaris moet gespreksaantekeningen bijhouden voor bewijs zorgvuldigheidsplicht | Instantie Gerechtshof Amsterdam | Datum 19-12-2017 | Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:5292 |
Overgangsrecht beschermt levensgezel tegen legitieme portie | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 12-09-2017 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:2684 |
Rechter geeft legitimaris machtiging om zelf bescheiden bij bank op te vragen | Instantie Rechtbank Overijssel | Datum 06-09-2017 | Nummer ECLI:NL:RBOVE:2017:3609 |
Waarde van onroerende zaak kan in civiel geschil niet zonder meer worden gebaseerd op WOZ-waarde | Instantie Rechtbank Midden-Nederland | Datum 06-09-2017 | Nummer ECLI:NL:RBMNE:2017:4380 |
Gebruik van terrein zonder betalen huur levert gift op voor berekening legitieme portie | Instantie Gerechtshof Amsterdam | Datum 25-07-2017 | Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:3075 |
Overdracht van agrarisch bedrijf tegen agrarische waarde leidt niet tot schending legitieme portie | Instantie Rechtbank Overijssel | Datum 31-05-2017 | Nummer ECLI:NL:RBOVE:2017:2312 |
Legitimarissen hebben recht op informatie over de periode voor overlijden van erflater | Instantie Rechtbank Rotterdam | Datum 21-09-2016 | Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:7812 |
Verjaring van vordering is geen gift en dus niet voor inkorting vatbaar | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 20-07-2016 | Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:8442 |
Geen uitleg testament ondanks dat door het niet opnemen van een inkortingsregeling de staak van het onterfde kind meer verkrijgt | Instantie Rechtbank Midden-Nederland | Datum 06-07-2016 | Nummer ECLI:NL:RBMNE:2016:3519 |
Conservatoir beslag om vorderingen uit hoofde van ouderlijke boedelverdeling zeker te stellen | Instantie Hoge Raad | Datum 24-06-2016 | Nummer ECLI:NL:HR:2016:1271 |
Rente over papieren schenking wordt niet als schenking aangemerkt voor berekening legitieme portie | Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch | Datum 12-04-2016 | Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:1432 |
Ouders die BV van kind minder huur voor winkelpand laten betalen bevoordelen het kind, sprake van een gift | Instantie Gerechtshof Amsterdam | Datum 23-02-2016 | Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:612 |
Kantonrechter geeft overzicht van in casu af te geven informatie door executeur aan legitimaris | Instantie Rechtbank Midden-Nederland | Datum 08-01-2016 | Nummer ECLI:NL:RBMNE:2016:79 |
Erfrechtelijke bevoegdheden niet beperkt door cautio Socini, verzoek ontslag executeur mogelijk | Instantie Hoge Raad | Datum 20-11-2015 | Nummer ECLI:NL:HR:2015:3329 |
Schenking met inbrengplicht door vereenzelviging | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 30-09-2015 | Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:11280 |
Niet inroepen legitieme portie houdt geen schenking aan de erfgenamen in | Instantie Rechtbank Limburg | Datum 03-09-2015 | Nummer ECLI:NL:RBLIM:2015:8068 |
Volgens Rechtbank vormt bedrijfsoverdracht tegen agrarische waarde geen gift die voor inkorting in aanmerking komt | Instantie Rechtbank Noord-Nederland | Datum 22-10-2014 | Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:5188 |
Gift wordt voor legitieme portie volledig toegerekend aan schenkende echtgenoot | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 21-10-2014 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:8057 |
Om legitieme portie te kunnen vaststellen heeft legitimaris alle bescheiden nodig | Instantie Gerechtshof Den Haag | Datum 05-08-2014 | Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:2987 |
Legitimaris profiteert niet van verrekenbaar verlies van tot de nalatenschap behorende BV | Instantie Rechtbank Oost-Brabant | Datum 23-07-2014 | Nummer ECLI:NL:RBOBR:2014:4152 |
Berekening legitieme bij niet geëffectueerde verkoop tegen te lage waarde | Instantie Gerechtshof Amsterdam | Datum 08-07-2014 | Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2697 |
Executeur moet legataris inzage geven in bescheiden van erflater | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 31-12-2013 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:9942 |
Notaris mag legitimarissen benaderen over hun rechten | Instantie Gerechtshof Amsterdam | Datum 08-01-2013 | Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:1895 |
Beneficiaire aanvaarding leidt niet tot rechtsverwerking van beroep op legitieme portie | Instantie Gerechtshof Arnhem | Datum 03-04-2012 | Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BW4917 |
Uitleg van testament: het legitimaire breukdeel moet conform het oude erfrecht worden berekend | Instantie Rechtbank Amsterdam | Datum 22-02-2012 | Nummer ECLI:NL:RBAMS:2012:BV9571 |
Bijstand wordt ingetrokken omdat geen beroep is gedaan op legitieme portie | Instantie Centrale Raad van Beroep | Datum 20-12-2006 | Nummer ECLI:NL:CRVB:2006:AZ4879 |
Is verkoop tegen een lage prijs een schenking waarmee rekening moet worden gehouden bij bepaling omvang legitieme portie? (Jongbloed/Jongbloed) | Instantie Hoge Raad | Datum 06-12-1968 | Nummer ECLI:NL:HR:1968:AB7278 |
Literatuur
Titel | Auteur(s) | Bron |
---|---|---|
Titel De gevaren van de aanvullende legitieme portie: toch maar een cautio socini opnemen? | Auteur(s) R.E. Brinkman | Bron FTV 10/2024 |
Titel Gevolgen Gratis Gebruik: Geen Gift! | Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld | Bron AdvoTip 2024/12 |
Titel Vereenzelviging in het erfrecht (deel I) | Auteur(s) M.J.P. Schipper | Bron AdvoTip 2024/7 |
Titel 'Ausser Betracht-denken: een soort van MINDF*CK in het erfrecht?' | Auteur(s) G.T.J. Hoff | Bron Advotip 2024/5 |
Titel ‘Gedragen’ of legitieme vragen? | Auteur(s) R. van Dijken | Bron AdvoTip 2024-4 |
Titel Telt het door erflater in een stichting ingebrachte vermogen mee bij de berekening van de legitieme portie? | Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg | Bron JBN 2024/6 |
Titel Over de legitieme bij verkoop onder voorbehoud van vruchtgebruik met lage(re) tegenprestatie. Of: waaruit bestaat de gift eigenlijk? | Auteur(s) R.E. Brinkman | Bron FTV 2023/32 |
Titel Remedies voor de legitimaris die met een stichting wordt geconfronteerd | Auteur(s) H.M.C. Duin | Bron FTV 2023/27 |
Titel Benadeeld zeker, maar of het telt? | Auteur(s) J.L.D.J. Maasland | Bron TE 2023/4 |
Titel Is de vervaltermijn in artikel 4:85 BW om een beroep op de legitieme portie te doen aan herziening toe? | Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg | Bron TE 2023/4 |
Titel Het erfrechtelijke inkortingsvirus: is de incubatietijd voorbij? Niet-opeisbaarheidsclausule en de inkortingsvolgorde | Auteur(s) F.W.J.M. Schols | Bron WPNR 2023/7416 |
Titel Wettelijke verdeling en legaat tegen inbreng: de legitimaris buiten spel? | Auteur(s) P.C. van Es | Bron JBN 2023/21 |
Titel De erfrechtelijke positie van het stiefkind en het quasi-stiefkind (I) | Auteur(s) E.M.J.M.C. van Wijk-Verhagen, J.J. Keizer | Bron WPNR 2023/7411 |
Titel Hoe voorkom je een ruzieboedel? Negen tips uit de praktijk | Auteur(s) J. Nobel | Bron PE Notariaat 2023/8 |
Titel Een beschouwing over het begrip inkorting en de gevolgen daarvan | Auteur(s) R.E. Brinkman | Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/1 |
Titel Voorwaardelijke aanvaarding van een legaat en voorwaardelijk beroep op de legitieme portie | Auteur(s) R.E. Brinkman | Bron FTV 2022/33 |
Titel Het bestaansrecht van de legitieme | Auteur(s) P.C. van Es | Bron WPNR 2021/7334 |
Titel De agrarische legitimatie voor de legitieme | Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld | Bron LTB 2021/26 |
Titel Civielrechtelijke kwalificatie van de inbrenghandeling van vermogen in een Privatstiftung | Auteur(s) H.M.C. Duin | Bron WPNR 2021/7324 |
Titel Is de legitieme portie nog legitiem? | Auteur(s) J.H.M. ter Haar | Bron TE 2021/2 |
Titel De notaris en de legitimaris. De erfrechtelijke rol van de partijnotaris | Auteur(s) B.M.E.M. Schols | Bron Estate Tip 2021/9 |
Titel Rapport Legitieme portie, een eerstelijns - en nader voort te zetten - veldonderzoek naar de wenselijkheid van de legitieme portie in het hedendaagse erfrecht (december 2020) | Auteur(s) Centrum voor Notarieel Recht | |
Titel dissertatie: De bij dode opgerichte stichting | Auteur(s) T.F.H. Reijnen | Bron Wolters Kluwer (2020) |
Titel Grensoverschrijdende nalatenschappen: Nietige rechtskeuzes leveren kostbare procedures op... | Auteur(s) B.F.P. Lhoëst | Bron JBN 2019/45 |
Titel De lastige verhouding tussen inkorting en vermindering | Auteur(s) W.D. Kolkman, J.H.M. ter Haar | Bron Tijdschrift Erfrecht 2019/1 |
Titel Het fideicommis en de legitieme portie | Auteur(s) W. Burgerhart, R.E. Brinkman | Bron WPNR 2016/7132 |
Titel De invloed van de erfrechtelijke renteovereenkomst en de testamentaire rente op de legitieme portie en de positie van andere schuldeisers van de langstlevende | Auteur(s) A.J. Luimes | Bron WPNR 2015/7081 |
Titel Polygamie en legitieme | Auteur(s) M. N. Bende | Bron JBN 2007/48 |
Titel Hoe schiet ik tekort door het niet wijzigen van de volgorde van inkorting?! | Auteur(s) W. Burgerhart, B.M.E.M. Schols, F.W.J.M. Schols | Bron WPNR 2004/6580 |
Titel De positie van de legitimaris bij wijziging van de inkortingsvolgorde | Auteur(s) C.A. Kraan, J.P. Schmal | Bron WPNR 2003/6558 |
Praktisch
Titel | Bron | Type | Categorie |
---|---|---|---|
Stappenplan verdwenen vermogen terugbrengen in nalatenschap | Bron Via Juridica | Type Erfrecht en boedelafwikkeling | Categorie Stroomschema’s en visuals |