Ontbinding van de gemeenschap (art. 1:99 BW)
1 Oorzaken ontbinding gemeenschap Art. 1:99 BW somt de gevallen op waarin de wettelijke gemeenschap van goederen wordt ontbonden. Als gevolg van ontbinding van de wettelijke gemeenschap eindigt de boedelmenging van art. 1:94 BW. Voor het bepalen van de peildatum voor het vaststellen van de samenstelling en de omvang van de huwelijksgemeenschap kan niet van dit tijdstip worden afgeweken, ook niet op grond van de redelijkheid en billijkheid (Hoge Raad 20 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:2…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 99
Artikel 99
1 De gemeenschap wordt van rechtswege ontbonden:
a. in geval van het eindigen van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap door overlijden: op het tijdstip van overlijden;
b. in geval van beëindiging van het huwelijk door echtscheiding of ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de rechter: op het tijdstip van indiening van het verzoek tot echtscheiding onderscheidenlijk indiening van het verzoek tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap;
c. in geval van scheiding van tafel en bed: op het tijdstip van indiening van het verzoek tot scheiding van tafel en bed;
d. in geval van opheffing van de gemeenschap door een beschikking: op het tijdstip van indiening van het verzoek tot opheffing van de gemeenschap;
e. in geval van beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden: op het tijdstip waarop de overeenkomst tot beëindiging wordt gesloten;
f. in geval van vermissing en een daarop gevolgd huwelijk of geregistreerd partnerschap: op het tijdstip waarop de beschikking, bedoeld in artikel 417, eerste lid, in kracht van gewijsde is gegaan;
g. in geval van opheffing bij latere huwelijkse voorwaarden: op het tijdstip, bedoeld in artikel 120, eerste lid.
2 De ontbinding van de gemeenschap door indiening van een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onder b, c en d, alsmede door sluiting van een overeenkomst als bedoeld onder e, kan aan derden die daarvan onkundig waren slechts worden tegengeworpen, indien het desbetreffende verzoek dan wel de overeenkomst ingeschreven was in het huwelijksgoederenregister, bedoeld in artikel 116.
3 Indien vast komt te staan dat een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onder b, c en d, dan wel een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, onder e, niet meer kan leiden tot echtscheiding, ontbinding van het geregistreerd partnerschap, scheiding van tafel en bed, opheffing van de gemeenschap door een beschikking, onderscheidenlijk beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden, worden alle gevolgen van de gemeenschap geacht steeds te hebben bestaan, alsof er geen verzoek was ingediend of overeenkomst was gesloten, tenzij zich inmiddels een andere grond voor ontbinding heeft voorgedaan. Nochtans wordt de geldigheid van rechtshandelingen die zijn verricht tussen het tijdstip van indiening van het verzoek of sluiting van de overeenkomst en het tijdstip waarop komt vast te staan dat het verzoek of de overeenkomst niet meer tot het in de eerste zin bedoelde gevolg kan leiden, beoordeeld naar het tijdstip van de handeling.
4 Tezamen met een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onder b, c of d kan reeds overeenkomstig titel 7 van Boek 3 een vordering worden ingesteld tot verdeling van de gemeenschap, tot gelasten van de wijze van verdeling en tot vaststelling van de verdeling.
Kennisdossiers
Titel | Categorie |
---|---|
Titel Gemeenschap van goederen | Categorie Familievermogensrecht |
Titel Echtscheiding | Categorie Familierecht (overig) |
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Onwaardige echtgenoot niet gerechtigd tot aandeel in huwelijksgemeenschap | Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | Datum 19-05-2020 | Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:3936 |
Waardering onroerende zaken en belastinglatenties bij niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding | Instantie Hoge Raad | Datum 28-11-2014 | Nummer ECLI:NL:HR:2014:3462 |
Latente IB-claim op pand van onderneming moet bij echtscheiding nominaal worden gewaardeerd | Instantie Hoge Raad | Datum 20-12-2013 | Nummer ECLI:NL:HR:2013:2139 |