Behandeling verzoek tot verwerping Duitse nalatenschap namens minderjarige

De Nederlandse Kantonrechter behandelt een verzoek om op grond van art. 4:193 lid 1 BW een machtiging te verlenen voor het verwerpen van een Duitse nalatenschap namens twee minderjarigen. De Kantonrechter oordeelt dat op grond van de Europese Erfrechtverordening zowel het Duitse als het Nederlandse gerecht bevoegd is om over dit verzoek te oordelen.
De Kantonrechter past het Nederlandse recht toe, en beoordeelt of het in het belang van de minderjarigen is om de Duitse nalatenschap te verwerpen. Omdat niet voldoende is onderbouwd dat de nalatenschap op dit moment negatief is, stelt de Kantonrechter de verzoekers in de gelegenheid om nadere informatie te verschaffen over de waarde van de nalatenschap. 
De Kantonrechter houdt de verzoekers voor dat, gezien de preambule van de Verordening, de mogelijkheid bestaat dat de verwerping naar Nederlands recht in Duitsland niet als formeel geldig wordt beschouwd.