Beslaglegger wordt niet beschermd door art. 3:36 BW na rectificatie van per ongeluk doorgehaald hypotheekrecht
Art. 3:36 BW beschermt de beslaglegger als hij onder de gegeven omstandigheden in redelijk vertrouwen uit de doorhaling van een hypotheek afleidt dat het beslagen goed vrij van die hypotheek is. Als de beslaglegger na rectificatie van die doorhaling wil executeren, kan de hypotheekhouder zich beroepen op de onjuistheid van de veronderstelling dat het goed vrij van hypotheek is.
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 18-11-2016 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2016:2640 |
Zaaknummer | 15/02433 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
Art. 3:36 BW beschermt de beslaglegger als hij onder de gegeven omstandigheden in redelijk vertrouwen uit de doorhaling van een hypotheek afleidt dat het beslagen goed vrij van die hypotheek is. Als de beslaglegger na rectificatie van die doorhaling wil executeren, kan de hypotheekhouder zich beroepen op de onjuistheid van de veronderstelling dat het goed vrij van hypotheek is. 18 november 2016 Eerste Kamer 15/02433 LZ/EE Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: FGH BANK N.V.,gevestigd…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.