Geen toepassing inbrengvrijstelling artikel 15.1.e WBR als gevolg van creditering
Een IB-onderneming wordt ruisend ingebracht in een BV, waarbij voor de verkrijging door de BV van de onroerende zaken een beroep is gedaan op art. 15.1.e WBR. De aandeelhouders zijn voor een groot deel van de overinbreng gecrediteerd. De rechtbank oordeelt dat de vrijstelling terecht is teruggenomen nu niet is voldaan aan de voorwaarden van art. 5 llid 2 UB WBR (crediteringsmaximum van 10%).
Instantie | Rechtbank Breda |
Uitspraakdatum | 24-02-2012 |
ECLI | ECLI:NL:RBBRE:2012:BV9967 |
Zaaknummer | 10/3129 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - meervoudig |
Download | |
Vindplaatsen | |
|
Een IB-onderneming wordt ruisend ingebracht in een BV, waarbij voor de verkrijging door de BV van de onroerende zaken een beroep is gedaan op art. 15.1.e WBR. De aandeelhouders zijn voor een groot deel van de overinbreng gecrediteerd. De rechtbank oordeelt dat de vrijstelling terecht is teruggenomen nu niet is voldaan aan de voorwaarden van art. 5 llid 2 UB WBR (crediteringsmaximum van 10%). RECHTBANK BREDA Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Procedurenummer: AWB 10/3129 Uitspraakd…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Geen wetstoelichtingen gevonden