Kennisbank voor het notariaat

De bij aanschaf niet tijdig afgetrokken omzetbelasting kan niet bij latere belaste verkoop op grond van herzieningsregeling in aftrek worden gebracht

X verkrijgt in 2006 tien percelen. De in rekening gebrachte btw brengt X op dat moment niet in aftrek ook al is X voornemens de percelen voor belaste prestaties te gaan gebruiken. Dat gebruik vindt uiteindelijk niet plaats en in 2013 verkoopt X met btw een tweetal percelen. De in rekening gebrachte btw wordt door X niet op aangifte voldaan. De Inspecteur legt een naheffingsaanslag op met een verzuimboete wegens het niet afdragen van de in rekening gebrachte btw.
In geschil is of X op grond van art. 15 lid 4 Wet OB de voorbelasting voor de twee verkochte percelen kan herzien, en dan met name of deze bepaling alleen van toepassing is wanneer het daadwerkelijke gebruik afwijkt van de bestemming.
De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie EU (HvJ). Heeft een belastingplichtige die heeft nagelaten om de voorbelasting binnen de nationale vervaltermijn in aftrek te brengen overeenkomstig het voorgenomen gebruik voor belaste doeleinden het recht om in het kader van herziening – bij gelegenheid van de latere eerste ingebruikneming van dat goed – die aftrek alsnog te effectueren indien het daadwerkelijk gebruik op dat herzieningstijdstip niet anders is dan het voorgenomen gebruik? Maakt het voor de beantwoording van deze vraag uit indien geen sprake is van fraude of misbruik en er ook geen nadelige gevolgen voor de schatkist zijn?
Het HvJ oordeelt dat de art. 184 en 185 van de BTW-richtlijn er niet aan in de weg staan dat aan X die heeft verzuimd tijdig gebruik te maken van zijn recht op aftrek bij de aanschaf, het recht op aftrek in het kader van herziening bij de eerste ingebruikneming voor belaste doeleinden wordt ontzegd ook wanneer er geen misbruik van recht, fraude of derving van belastinginkomsten is vastgesteld.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hof van Justitie EU
Uitspraakdatum 12-07-2022
ECLI ECLI:EU:C:2022:535
Zaaknummer C-194/21
Bijzondere kenmerken -
Download
Vindplaatsen
Geen vindplaatsen gevonden

X verkrijgt in 2006 tien percelen. De in rekening gebrachte btw brengt X op dat moment niet in aftrek ook al is X voornemens de percelen voor belaste prestaties te gaan gebruiken. Dat gebruik vindt uiteindelijk niet plaats en in 2013 verkoopt X met btw een tweetal percelen. De in rekening gebrachte btw wordt door X niet op aangifte voldaan. De Inspecteur legt een naheffingsaanslag op met een verzuimboete wegens het niet afdragen van de in rekening gebrachte btw.In geschil is of X op grond van…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Aftrek van voorbelasting (art. 15 Wet OB)