De fysieke verbondenheid van een zaak met een hoofdzaak is grond voor bestanddeelvorming ex art. 3:4 lid 2 BW
Op grond van art. 3:4 lid 2 BW moet een zaak fysiek verbonden zijn met de hoofdzaak voor bestanddeelvorming. Aan de hand van de parlementaire geschiedenis oordeelt de Hoge Raad dat onder meer blijkt dat de woorden ''beschadiging van betekenis'' tot uitdrukking brengen dat voor bestanddeelvorming op grond van lid 2 meer nodig is dan dat de hoofdzaak of het bestanddeel na afscheiding niet geheel gaaf zou zijn. De fysieke gevolgen van afscheiding zijn van belang, de vermogensrechtelijke gevolgen zijn niet relevant.
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 13-11-2020 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2020:1786 |
Zaaknummer | 19/00263 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
Op grond van art. 3:4 lid 2 BW moet een zaak fysiek verbonden zijn met de hoofdzaak voor bestanddeelvorming. Aan de hand van de parlementaire geschiedenis oordeelt de Hoge Raad dat onder meer blijkt dat de woorden ''beschadiging van betekenis'' tot uitdrukking brengen dat voor bestanddeelvorming op grond van lid 2 meer nodig is dan dat de hoofdzaak of het bestanddeel na afscheiding niet geheel gaaf zou zijn. De fysieke gevolgen van afscheiding zijn van belang, de vermogensrechtelijke gevol…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.