Feitelijk samenwonen levert geen partnervrijstelling op voor erfbelasting

A en B hebben tot aan het overlijden van A in 2014 feitelijk samengewoond op het adres van A. B stond ten tijde van het overlijden van A echter niet ingeschreven in de BRP op het adres van A. Het Hof oordeelt dat B geen recht heeft op de partnervrijstelling van art. 32 lid 1 sub 4 onderdeel a SW, omdat B op grond van de sinds 1 januari 2010 geldende wettelijke regeling van art. 5a AWR jo art. 1a lid 1 SW niet voldoet aan één van de voorwaarden die aan het zijn van partner aan ongehuwd samenwonenden wordt gesteld, namelijk het gezamenlijk op één adres ingeschreven staan in de BRP. Het beroep van belanghebbende in cassatie is niet ontvankelijk verklaard.