Conclusie A-G op vraag of fixatiebeginsel van art. 128 Fw ook geldt bij vereffening nalatenschap
De Kantonrechter (Rechtbank Noord-Holland 11 januari 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:205) heeft prejudiciële vragen gesteld over de toepasselijkheid van het fixatiebeginsel op de vereffening van een nalatenschap.
Volgens de A-G moet art. 4:218 lid 5 BW zo worden uitgelegd dat het fixatiebeginsel uit art. 128 Fw van overeenkomstige toepassing is op de vereffening van een nalatenschap. Het verschil in karakter van de vereffening van de nalatenschap is evenwel relevant.
| Instantie | Parket bij de Hoge Raad |
| Uitspraakdatum | 04-06-2021 |
| ECLI | ECLI:NL:PHR:2021:556 |
| Zaaknummer | 21/00615 |
| Bijzondere kenmerken | - |
| Vindplaatsen | |
|
|
De Kantonrechter (Rechtbank Noord-Holland 11 januari 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:205) heeft prejudiciële vragen gesteld over de toepasselijkheid van het fixatiebeginsel op de vereffening van een nalatenschap. Volgens de A-G moet art. 4:218 lid 5 BW zo worden uitgelegd dat het fixatiebeginsel uit art. 128 Fw van overeenkomstige toepassing is op de vereffening van een nalatenschap. Het verschil in karakter van de vereffening van de nalatenschap is ev…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
