Kennisbank voor het notariaat

Geen aftrek IB voor betaald successierecht over afgekochte kapitaalverzekering

Na het overlijden van A in 2009, komt een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule tot uitkering. Erfgenaam E gebruikt het verzekerde kapitaal niet voor de aankoop van een lijfrente maar ontvangt het bedrag ineens, waardoor de kapitaalverzekering is afgekocht. Het afkoopbedrag wordt bij E in de heffing van inkomstenbelasting betrokken in box 1. De verkrijging van de kapitaalverzekering wordt aangemerkt als een fictieve verkrijging voor de Successiewet. E meent dat het geheven successierecht kwalificeert als aftrekbare kosten in de zin van art. 3.108 Wet IB 2001. Het Hof heeft geoordeeld dat het niet ten uitvoer leggen van de lijfrenteclausule het belastbare feit is voor de inkomstenbelasting en niet de fictieve verkrijging van de kapitaalverzekering krachtens erfrecht. Het verschuldigde successierecht kan niet worden aangemerkt als door de afkoop opgekomen kosten en kan daarom niet worden afgetrokken.
De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep ongegrond. Voor situaties waarin de uitkering uit de kapitaalverzekering niet aan een op de sterfdag al verstreken periode is toe te rekenen, voorziet de wet in een aftrek van de latente inkomstenbelasting die forfaitair op 30% wordt gesteld. Gelet op dit forfaitaire karakter is voor verdergaande aftrek geen plaats, ook niet als de daadwerkelijk verschuldigde inkomstenbelasting meer dan 30% bedraagt.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 18-03-2016
ECLI ECLI:NL:HR:2016:430
Zaaknummer 15/01984
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N 2016/17.12 met annotatie van Redactie
  • V-N Vandaag 2016/596
  • Belastingadvies 2016/8.8
  • BNB 2016/128 met annotatie van J.C. VAN STRAATEN
  • FED 2016/73 met annotatie van W.A.P. VAN ROIJ
  • FutD 2016-0693 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2016/1113 met annotatie van mr. M.E. Kastelein
  • NLF 2017/0133 met annotatie van

Na het overlijden van A in 2009, komt een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule tot uitkering. Erfgenaam E gebruikt het verzekerde kapitaal niet voor de aankoop van een lijfrente maar ontvangt het bedrag ineens, waardoor de kapitaalverzekering is afgekocht. Het afkoopbedrag wordt bij E in de heffing van inkomstenbelasting betrokken in box 1. De verkrijging van de kapitaalverzekering wordt aangemerkt als een fictieve verkrijging voor de Successiewet. E meent dat het geheven successierecht kw…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle