Volledige aftrek eigenwoningrente op grond van bij echtscheiding verkregen economische eigendom
M en V zijn sinds 1995 gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. In 1997 hebben zij met een hypothecaire lening samen een woning gekocht. In 2013 verlaat M de woning en vanaf 2014 staat hij op een ander adres ingeschreven bij de Basisregistratie Personen. Op 3 augustus 2016 wordt de echtscheiding tussen M en V uitgesproken door de Rechtbank. Uit de echtscheidingsbeschikking blijkt dat partijen het er over eens zijn dat voor de omvang van de huwelijksgemeenschap en voor de waardering van de vermogensbestanddelen als peildatum 1 januari 2014 moet worden genomen. Voorts is overeengekomen dat V vanaf deze peildatum alle lasten van de woning voor haar rekening zal nemen. Begin januari 2017 verkrijgt V bij akte van verdeling de gehele juridische eigendom van de woning. Duidelijk is dat V vanaf 1 januari 2014 tot en met de datum van de overdracht, alle lasten van de woning - inclusief de volledige verschuldigde hypotheekrente - daadwerkelijk voor haar rekening heeft genomen.
De Rechtbank oordeelt dat uit de echtscheidingsbeschikking duidelijk volgt dat de woning vanaf 1 januari 2014 volledig voor rekening en risico van V is gekomen en dat V daarmee per die datum ook de volledige economische eigendom van de woning heeft verkregen. Bij de vaststelling van de belastbare inkomsten van V in 2016 dienen dus de volledige aftrekbare lasten van de woning aan V te worden toegerekend. Het feit dat V in 2016 slechts voor de onverdeelde helft van de woning juridische eigenaar was doet hier niet aan af.
Instantie | Rechtbank Den Haag |
Uitspraakdatum | 03-06-2019 |
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2019:5784 |
Zaaknummer | 18_7851 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Vindplaatsen | |
|
M en V zijn sinds 1995 gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. In 1997 hebben zij met een hypothecaire lening samen een woning gekocht. In 2013 verlaat M de woning en vanaf 2014 staat hij op een ander adres ingeschreven bij de Basisregistratie Personen. Op 3 augustus 2016 wordt de echtscheiding tussen M en V uitgesproken door de Rechtbank. Uit de echtscheidingsbeschikking blijkt dat partijen het er over eens zijn dat voor de omvang van de huwelijksgemeenschap en voor de waardering van de…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Aflossingseis (art. 3.119c Wet IB 2001)
Eigen woning (art. 3.111 Wet IB 2001)
Eigenwoningschuld (art. 3.119a Wet IB 2001)