Gerechtelijke vaststelling vaderschap en gevolgen voor afgeven verklaring van erfrecht
E overlijdt zonder uiterste wil. Zijn broer B weet dat de biologische kinderen van E (K c.s.) aanspraak willen maken op de nalatenschap van E en dat zij een vaderschapsactie (art. 1:207 BW) hebben ingesteld. Voordat de Rechtbank het vaderschap heeft vastgesteld, laat B een verklaring van erfrecht opstellen. Daarin is vermeld dat B op grond van het wettelijk erfrecht de enige erfgenaam van E is. Hoewel B ten tijde van het aanvaarden van de nalatenschap daartoe wettelijk bevoegd was, handelt hij jegens K c.s. onrechtmatig door zich – mede met behulp van de verklaring van erfrecht – de nalatenschap van E toe te eigenen.
Instantie | Gerechtshof Amsterdam |
Uitspraakdatum | 26-02-2019 |
ECLI | ECLI:NL:GHAMS:2019:622 |
Zaaknummer | 200.211.199/01 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep |
Vindplaatsen | |
|
E overlijdt zonder uiterste wil. Zijn broer B weet dat de biologische kinderen van E (K c.s.) aanspraak willen maken op de nalatenschap van E en dat zij een vaderschapsactie (art. 1:207 BW) hebben ingesteld. Voordat de Rechtbank het vaderschap heeft vastgesteld, laat B een verklaring van erfrecht opstellen. Daarin is vermeld dat B op grond van het wettelijk erfrecht de enige erfgenaam van E is. Hoewel B ten tijde van het aanvaarden van de nalatenschap daartoe wettelijk bevoegd was, handelt hij…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.