Heffing box 3 niet in strijd met Eerste Protocol van het EVRM want geen sprake van individuele buitensporige last
A is in 1996 naar Noorwegen verhuisd maar is nog eigenaar van in Nederland gelegen onroerende zaken. Ter zake daarvan is aan A een aanslag inkomstenbelasting opgelegd. A maakt bezwaar en komt in beroep tegen deze aanslag. Volgens A is de box 3-heffing in zijn geval in strijd met het recht op ongestoord genot van eigendom zoals is vastgelegd in art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM.
Volgens de A-G is de heffing disproportioneel, omdat geen rekening wordt gehouden met het inkomen dat is verkregen uit het vermogen. De A-G concludeert dat de forfaitaire rendementsheffing in strijd is met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM.
De Hoge Raad oordeelt dat van het forfaitaire stelsel van box 3 niet kan worden gezegd dat het elke redelijke grond ontbeert. De wetgever heeft een ruime beoordelingsmarge en heeft voor het forfaitaire rendement terecht aansluiting gezocht bij de rendementen die belastingplichtigen in de praktijk, over een langere periode, gemiddeld zouden kunnen behalen zonder teveel risico. Er is geen sprake van een buitensporige zware last, omdat niet is komen vast te staan dat in het betreffende jaar het veronderstelde rendement van 4% niet haalbaar is voor beleggers. Er ontstaat pas strijd met art. 1 Eerste Protocol van het EVRM wanneer komt vast te staan dat het forfaitaire rendement van 4% niet meer haalbaar is en gezien het toepasselijke tarief belastingplichtigen worden geconfronteerd met een buitensporige zware last.
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 10-06-2016 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2016:1129 |
Zaaknummer | 14/05020 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
A is in 1996 naar Noorwegen verhuisd maar is nog eigenaar van in Nederland gelegen onroerende zaken. Ter zake daarvan is aan A een aanslag inkomstenbelasting opgelegd. A maakt bezwaar en komt in beroep tegen deze aanslag. Volgens A is de box 3-heffing in zijn geval in strijd met het recht op ongestoord genot van eigendom zoals is vastgelegd in art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM.Volgens de A-G is de heffing disproportioneel, omdat geen rekening wordt gehouden met het inkomen dat is verkregen ui…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (art. 5.1 Wet IB 2001)
Rendementsgrondslag (art. 5.3 Wet IB 2001)