Verlaagde tarief van 2% geldt niet voor verkrijging van een gebouw waarin hospice is gevestigd

X verkrijgt in 2013 een gebouw met bestemming ''woonhuis'' waarin een hospice is gevestigd. In geschil is of het gebouw is aan te merken als woning in de zin van art. 14 lid 2 WBR, zodat de verkrijging is belast met 2% in plaats van 6% overdrachtsbelasting.
In een arrest van 15 november 2013 (nr 11/05566, ECLI:NL:HR:2013:1126) heeft de Hoge Raad overwogen dat het verblijf van duurzame aard in een verzorgings- of verpleeghuis voor de bewoners het karakter heeft van wonen. Volgens de Hoge Raad is echter van een dergelijk als wonen aan te merken verblijf van duurzame aard geen sprake, in geval van verblijf in een hospice waarin terminale zorg wordt verleend aan personen met een levensverwachting van ten hoogste enkele maanden.
Hoewel de uitspraak betrekking heeft op art. 220e van de Gemeentewet, is deze volgens de Rechtbank ook van belang voor de uitleg van art. 14 lid 2 WBR, gelet op de algemene uitleg van het begrip wonen door de Hoge Raad. Het verblijf in een hospice kan niet "als een als wonen aan te merken verblijf van duurzame aard" worden beschouwd. De verkrijging is belast met 6% overdrachtsbelasting.