Kort boekjaar kwalificeert als volledig boekjaar voor verliesverrekening

Tot 21 april 2009 vormde A BV op grond van art. 15 Wet Vpb met haar deelnemingen een fiscale eenheid (FE 1). Op 22 april 2009 is FE 1 opgenomen in een nieuwe fiscale eenheid (FE 2). Vervolgens is FE 2 op 22 december 2009 opgenomen in een volgende fiscale eenheid (FE 3). De Inspecteur en A BV zijn verdeeld over de vraag of voor de vaststelling van de periode waarover achterwaartse verliesverrekening mogelijk is, de voorvoegingsperiode van de FE 1 van 1 januari 2009 tot en met 21 april 2009 als het ''voorgaande jaar'' moet worden beschouwd.
Het Hof overweegt dat kenmerkend voor het begrip ''boekjaar'' is dat het een periode betreft waarvoor ''de boeken'' worden opgemaakt. Anders dan de Rechtbank is het Hof van oordeel dat dit niet louter de periode overeenkomstig het statutaire boekjaar betreft. Dat in het kader van het jaarrekeningenrecht een volgens de statuten opgemaakte jaarrekening moet worden gepubliceerd, is geen bindende norm voor het belastingrecht. Namelijk in het geval dat tussentijds de boeken fiscaal worden afgesloten en opgemaakt, geldt dat daarmee een ''boekjaar'' tot stand is gekomen. Het vroegste voorafgaande jaar in de zin van art. 20 lid 2 en voormalig lid 10 Wet Vpb waarnaar de verliezen van de opvolgende fiscale eenheden die aan FE 1 kunnen worden toegerekend, kunnen worden terug gewenteld, is derhalve het jaar 2007. Daarna kunnen de verliezen nog worden verrekend met het jaar 2008 en het korte boekjaar 2009.