Kennisbank voor het notariaat

Niet aangegeven vermogensbestanddelen die privé-eigendom waren van een echtgenoot na echtscheiding toch bij helfte toegerekend aan beide echtgenoten

M en V zijn in 2006 gescheiden, zij waren tot dan op huwelijkse voorwaarden gehuwd. In de jaren 2001 t/m 2004 hield V in het buitenland vermogensbestanddelen aan die niet in de aangiften van M of V zijn opgenomen. Deze vermogensbestanddelen behoren tot het privévermogen van V. M is in december 2009 tot inkeer gekomen. V wenste niet mee te werken aan de inkeer. De Inspecteur heeft de buitenlandse vermogensbestanddelen, krachtens fictieve verdeling, bij helfte toegerekend aan M en V (art. 2.17 lid 4 onder 2 Wet IB 2001(oud)). M voert in cassatie aan dat de vermogensbestanddelen moeten worden toegerekend aan V en niet aan hem omdat het fiscaal partnerschap is geëindigd. Hij stelt daartoe onder meer dat M en V onder huwelijkse voorwaarden waren gehuwd (koude uitsluiting) en dat de vermogensbestanddelen behoren tot het privévermogen van V. Ook voert M als grond aan dat de Inspecteur onzorgvuldig heeft gehandeld door te kiezen voor de verdeling bij helfte.
De Hoge Raad oordeelt dat een keuzeherziening van de verdeling niet mogelijk is, omdat V niet wil meewerken aan de wijziging van de verdeling. De verdeling dient daardoor bij helfte, ex art. 2.17 lid 4 onder 2 Wet IB 2001 (oud), te worden vastgesteld. Hierdoor faalt ook het tweede cassatiemiddel aangezien de Inspecteur een volgens de wet toepasselijke verdeling heeft gekozen. De Inspecteur heeft daarmee niet onzorgvuldig gehandeld.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 06-11-2015
ECLI ECLI:NL:HR:2015:3223
Zaaknummer 14/04120
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N Vandaag 2015/2377
  • V-N 2015/57.10 met annotatie van Redactie
  • BNB 2015/234
  • FJR 2016/18.1
  • FutD 2015-2690 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2015/2953 met annotatie van Mr. P.T. van Arnhem
  • NTFR 2016/58

M en V zijn in 2006 gescheiden, zij waren tot dan op huwelijkse voorwaarden gehuwd. In de jaren 2001 t/m 2004 hield V in het buitenland vermogensbestanddelen aan die niet in de aangiften van M of V zijn opgenomen. Deze vermogensbestanddelen behoren tot het privévermogen van V. M is in december 2009 tot inkeer gekomen. V wenste niet mee te werken aan de inkeer. De Inspecteur heeft de buitenlandse vermogensbestanddelen, krachtens fictieve verdeling, bij helfte toegerekend aan M en V…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle