Notaris moet gebruik maken van de mogelijkheid om gelden te storten in de consignatiekas

Erflaatster E was in gemeenschap van goederen gehuwd met X. Samen zijn E en X gerechtigd tot een bedrijfspand dat zij vervreemden aan een derde. E overlijdt voordat de levering van het pand heeft plaatsgevonden. E heeft als erfgenamen X en haar dochter Y benoemd. De bij de levering van het bedrijfspand betrokken notaris N keert de helft van de verkoopopbrengst die X op grond van de huwelijkse gemeenschap toekomt uit aan X. N verzoekt de erfgenamen om een rekeningnummer op te sturen, zodat hij de resterende helft van de verkoopopbrengst aan hen kan uitkeren. Vijf jaar later is dit nog steeds onmogelijk gebleken en staan de gelden nog op de kwaliteitsrekening van N. N verzoekt de rechter om een vereffenaar in de nalatenschap te benoemen op grond van art. 4:204 lid 1 onder a BW, zodat hij het restant van de opbrengst kan afgeven aan de vereffenaar.

De Kantonrechter oordeelt dat N geen belanghebbende is in de zin van art. 4:204 lid 1 onder a BW, nu voor N de mogelijkheid bestaat om het geld in de consignatiekas te storten. N wordt niet-ontvankelijk verklaart in zijn verzoek.