Of projectontwikkelingsactiviteiten een materiële onderneming vormen moet op zichzelf worden bezien
Voor de beantwoording van de vraag of een vastgoed-BV een materiële onderneming drijft, moeten activiteiten verricht in het kader van projectontwikkeling op zichzelf worden bezien. Het uitgangspunt van het Hof dat de relatieve omvang van de projectontwikkelingsactiviteiten in verhouding tot de beleggingsactiviteiten beslissend is voor de beantwoording van de vraag of de BV met de ontwikkelingsactiviteiten (dus ten dele) een onderneming drijft, is onjuist.
Instantie | Hoge Raad |
Uitspraakdatum | 10-03-2017 |
ECLI | ECLI:NL:HR:2017:396 |
Zaaknummer | 16/04190 |
Bijzondere kenmerken | Cassatie |
Vindplaatsen | |
|
Voor de beantwoording van de vraag of een vastgoed-BV een materiële onderneming drijft, moeten activiteiten verricht in het kader van projectontwikkeling op zichzelf worden bezien. Het uitgangspunt van het Hof dat de relatieve omvang van de projectontwikkelingsactiviteiten in verhouding tot de beleggingsactiviteiten beslissend is voor de beantwoording van de vraag of de BV met de ontwikkelingsactiviteiten (dus ten dele) een onderneming drijft, is onjuist. 10 maart 2017 nr. 16/04190 Arrest…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.