Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Ondernemingsvermogen (art. 35c SW)

Bijgewerkt tot 07-08-2024 Auteur mr. E.M.A. (Els Marie) van Amersfoort

1 Object van verkrijgingHet doel van de bedrijfsopvolgingsregeling is het faciliteren van reële bedrijfsoverdrachten. Dit heeft tot gevolg dat de vrijstelling alleen van toepassing is als ondernemingsvermogen wordt verkregen. Op de verkrijging krachtens erfrecht of schenking van beleggingsvermogen is de vrijstelling niet van toepassing. In art. 35c SW worden nadere eisen gesteld aan het ondernemingsvermogen. Onder ‘ondernemingsvermogen’ wordt voor de bedrijfsopvolgingsrege…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.


Inloggen via Legal Intelligence

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 35c

  • 1

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt onder de verkrijging van ondernemingsvermogen verstaan de verkrijging van:

    • a.

      een onderneming als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, of een gedeelte daarvan;

    • b.

      een medegerechtigdheid als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001, of een gedeelte daarvan;

    • c.

      vermogensbestanddelen die bij de erflater of schenker behoorden tot een aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10, van de Wet inkomstenbelasting 2001, mits het lichaam waarop het belang betrekking heeft een onderneming drijft als bedoeld in onderdeel a, of een medegerechtigdheid houdt als bedoeld in onderdeel b, en waarbij slechts als ondernemingsvermogen wordt aangemerkt de waarde van deze vermogensbestanddelen voor zover die waarde toerekenbaar is aan:

      • 1°.

        bedoelde onderneming of medegerechtigdheid, en

      • 2°.

        het beleggingsvermogen van dat lichaam tot maximaal 5 percent van de ingevolge onder 1° toegerekende waarde;

    • d.

      onroerende zaken die bij de erflater of schenker behoorden tot een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001, mits deze dienstbaar zijn aan de onderneming van een lichaam als bedoeld in onderdeel c, en de verkrijger tegelijkertijd vermogensbestanddelen als bedoeld in onderdeel c, verkrijgt die op dat lichaam betrekking hebben.

  • 2

    Het eerste lid, onderdeel b, is met betrekking tot een medegerechtigdheid alleen van toepassing voor zover dit een medegerechtigdheid betreft die een rechtstreekse voortzetting vormt van een eerder door de erflater of schenker gedreven onderneming als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de medegerechtigdheid wordt verkregen door een persoon die reeds beherend vennoot is van de onderneming waarop de medegerechtigdheid betrekking heeft, dan wel enig aandeelhouder is van een vennootschap die reeds een zodanig beherend vennoot is.

  • 3

    Het eerste lid, onderdeel c, is met betrekking tot een medegerechtigdheid alleen van toepassing voor zover dit een medegerechtigdheid betreft die een rechtstreekse voortzetting vormt van een eerder door de vennootschap gedreven onderneming als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de vermogensbestanddelen die bij de erflater of schenker behoorden tot een aanmerkelijk belang worden verkregen door een persoon die reeds beherend vennoot is van de onderneming waarop de medegerechtigdheid betrekking heeft, dan wel enig aandeelhouder is van een vennootschap die reeds een zodanig beherend vennoot is.

  • 4

    Het eerste lid, onderdeel c, is met betrekking tot preferente aandelen uitsluitend van toepassing, indien:

    • a.

      de preferente aandelen een omzetting vormen van een eerder door de erflater of schenker gehouden aanmerkelijk belang van gewone aandelen;

    • b.

      de omzetting tot preferente aandelen gepaard is gegaan met het toekennen van gewone aandelen aan een ander;

    • c.

      ten tijde van de omzetting tot preferente aandelen de vennootschap waarop de omgezette aandelen betrekking hadden een onderneming dreef als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of een medegerechtigdheid hield als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en

    • d.

      de verkrijger van de preferente aandelen reeds voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal aandeelhouder is van gewone aandelen als bedoeld in onderdeel b.

  • 5

    Ingeval het lichaam waarin de erflater of schenker een aanmerkelijk belang als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, hield, direct of indirect een belang heeft in een ander lichaam, worden voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen de bezittingen en schulden van dat andere lichaam, met inachtneming van de omvang van dat belang, toegerekend aan eerstbedoeld lichaam, mits:

    • a.

      de erflater of schenker in dat andere lichaam indirect een aanmerkelijk belang hield als bedoeld in afdeling 4.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, of

    • b.

      de erflater of schenker in dat andere lichaam indirect een belang hield van minder dan 5% doch ten minste 0,5% en:

      • 1°.

        dat belang bij een van zijn rechtsvoorgangers krachtens erfrecht, huwelijksvermogensrecht of schenking een indirect aanmerkelijk belang heeft gevormd als bedoeld in onderdeel a;

      • 2°.

        dat belang uitsluitend is verwaterd door vererving, overgang krachtens huwelijksvermogensrecht of schenking, en

      • 3°.

        direct voorafgaande aan de verwatering van dat belang tot beneden de 5% dat andere lichaam een onderneming dreef of een medegerechtigdheid hield als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.

    Ingeval het aandelenkapitaal van de vennootschap waarin de erflater of schenker indirect een belang hield uit meerdere soorten aandelen bestaat, geschiedt de toerekening met inachtneming van de waarde in het economische verkeer van die aandelen. Dit lid vindt met betrekking tot indirect gehouden preferente aandelen alleen toepassing indien deze zijn uitgegeven in het kader van een bedrijfsoverdracht die voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden.

  • 6

    Tot het ondernemingsvermogen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, onder 1°, wordt niet gerekend een belang in een ander lichaam.

  • 7

    Tot het ondernemingsvermogen, bedoeld in het eerste lid, worden mede niet gerekend:

    • a.

      onroerende zaken of gedeelten daarvan voor zover die meer dan bijkomstig rechtens dan wel in feite, direct of indirect, ter beschikking zijn gesteld aan een ander, of die daartoe bestemd zijn; en

    • b.

      schulden die rechtstreeks samenhangen met die onroerende zaken of gedeelten daarvan.

  • 8

    Voor de toepassing van het zevende lid, onderdeel a, wordt niet als een ander aangemerkt:

    • a.

      een participant in een samenwerkingsverband waaraan de onroerende zaken of gedeelten daarvan ter beschikking zijn gesteld, mits de erflater of schenker ten tijde van het overlijden, onderscheidenlijk de schenking, winst uit onderneming als bedoeld in de artikelen 3.2 of 3.3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 geniet uit dat samenwerkingsverband; en

    • b.

      een lichaam waarin de erflater of schenker ten tijde van het overlijden, onderscheidenlijk de schenking, een direct aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10, van de Wet inkomstenbelasting 2001 heeft of een indirect belang als bedoeld in het vijfde lid, aanhef en onderdeel a of onderdeel b, aanhef en onder 1° tot en met 3°, heeft.

  • 9

    Het zevende lid is niet van toepassing op de terbeschikkingstelling van los land op grond van een schriftelijke pachtovereenkomst, mits wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 396, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 10

    Onder onroerende zaken als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, het zevende lid, onderdeel a, en het achtste lid, onderdeel a worden mede verstaan appartementsrechten, rechten van opstal en erfpacht of vruchtgebruik van onroerende zaken, dan wel de economische eigendom, opgevat overeenkomstig artikel 2, tweede lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, van onroerende zaken of genoemde rechten.

  • 11

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn de artikelen 4.3 tot en met 4.5a van de Wet inkomstenbelasting 2001 van overeenkomstige toepassing.

  • 12

    Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van dit artikel.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Agrarisch recht Categorie Registergoederenrecht
Titel Bedrijfsopvolging Categorie Belastingrecht
Titel Kennisgroepstandpunten Successiewet Categorie Belastingrecht
Titel Ondernemer Categorie Belastingrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
BOR geldt alleen voor vermogensbestanddelen die voor ondernemingsdoeleinden worden aangehouden, verhuur- en projectontwikkelingsactiviteiten separaat beoordelen Instantie Hoge Raad Datum 18-08-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1054
Financiële activia bestemd voor aardappelteelt wordt aangemerkt als ondernemingsvermogen Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 29-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:2740
Geen bedrijfsopvolgingsfaciliteit omdat geen sprake is van een materiële onderneming Instantie Hoge Raad Datum 17-09-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1328
Navordering bij echtgenote van erflater vanwege niet maken van keuze bij wie gemeenschappelijk inkomensbestanddeel moet worden belast Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 22-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:3158
Geen toepassing BOR SW vanwege ontbreken materiële onderneming in BV Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:6063
BOR ook van toepassing op waarde van aangekochte activa en passiva van BV die onderdeel uit zijn gaan maken van onderneming concern Instantie Hoge Raad Datum 29-05-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:867
Vijfjaarstermijn van de BOR moet worden toegepast op iedere afzonderlijke - aan holding BV toegerekende - onderneming Instantie Hoge Raad Datum 29-05-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:990
Vastgoed-BV drijft onderneming voor BOF gelet op intensieve bemoeienis bij vastgoedexploitatie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:736
Geen doorschuiffaciliteit wegens ontbreken voortgezet ondernemerschap en materiële onderneming Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-11-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:10149
BOR vindt geen toepassing omdat BV geen onderneming drijft Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 29-08-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:3779
Of projectontwikkelingsactiviteiten een materiële onderneming vormen moet op zichzelf worden bezien Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-07-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:3294
Vastgoedonderneming met 42 werknemers en 300 objecten drijft geen onderneming Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 26-06-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:5635
BV die via diverse maatschappen vastgoed exploiteert en daarmee een bovengemiddeld rendement behaalt, drijft een materiële onderneming Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 03-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:794
BOF SW niet van toepassing op verkrijging aandelen in vastgoed-BV, nu geen sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-07-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:2426
BOF SW van toepassing op verkrijging indirect aandelenbelang dat geen aanmerkelijk belang is Instantie Rechtbank Gelderland Datum 09-02-2017 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2017:740
Ondanks werkzaamheden van dertig uur per week wordt geen vastgoedonderneming gedreven Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 07-10-2016 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2016:8177
Geen BOF SW vordering op grond van finaal verrekenbeding dat zoon heeft geërfd Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-06-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:4548
Vastgoedconcern met zeer omvangrijke en diverse OG-portefeuille drijft materiële onderneming; BOF SW van toepassing Instantie Hoge Raad Datum 15-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:633
Aandelen in vastgoed-BV gewaardeerd op basis waarde onroerende zaken in verhuurde staat Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:1157
Overname passiva is geen tegenprestatie als bedoeld in art. 7c UR SW oud; overname IB-latentie wel Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 07-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:1994
Hof Arnhem-Leeuwarden: BOF SW van toepassing op schenking aandeel in vastgoed-BV wegens meer dan normaal vermogensbeheer Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 08-04-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:2901
BOF SW van toepassing op vastgoed-BV, omdat vastgoed op commerciële wijze wordt geëxploiteerd Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:5083
Verhuur van 15 panden en beheer is geen materiële onderneming; geen toepassing BOF SW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-11-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:8439
BOF SW: verhuur OG is geen materiële onderneming Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-04-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ9122
Het verhuren van bungalows is een materiële onderneming in de zin van BOF SW Instantie Rechtbank Haarlem Datum 07-12-2012 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2012:BY9896
Lening met hoge rente behoort niet tot ondernemingsvermogen VOF; geen afboeking ten laste van belastbare winst Instantie Hoge Raad Datum 23-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BY3897
Uitvoering pensioenvoorziening is geen ondernemingsactiviteit: bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet van toepassing Instantie Hoge Raad Datum 09-07-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL0193
BV met beleggingsactiviteiten en pensioenregeling drijft geen onderneming Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 16-02-2010 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2010:BL6585
Meer dan beleggen omvattende werkzaamheden te lang geleden: geen bedrijfsopvolgingsfaciliteit Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 11-09-2008 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2008:BG5111
Beleggingsvennootschap in de zin van artikel 35b lid 2 SW? Instantie Rechtbank Haarlem Datum 05-09-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BF0254
Verkoop met kwijtschelding koopsom; nauwe relatie vereist voor kwijtschelding schenkingsrecht op grond van bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Instantie Hoge Raad Datum 11-05-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA4803
Della Ciaja/Italië Instantie Europese Hof voor de Rechten van de Mens Datum 22-06-1999 Nummer 46757/99
Pottenbakkersarrest Instantie Hoge Raad Datum 29-08-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:AA2251

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 Dossiernr. 36610 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 Dossiernr. 36421 Status In werking getreden Samenvatting -
Successiewet 1956 (modernisering 1-1-2010) Dossiernr. 31930 Status In werking getreden Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-06-2024 Nummer 2024-0000012721 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft aan het Bedrijfsopvolgingsbesluit van 17 januari 2013 (nr. BLKB2012/1221M), laa…
Instantie Ministerie van Economische Zaken Datum 09-12-2022 Nummer DGBI / 22572682 Samenvatting Het kabinet wil de bedrijfsopvolgsregelingen (BOR) en doorschuifregelingen (DSR) niet afschaffen. Wel wil het kabinet binnen…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-07-2018 Nummer 2018-000119906 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën is tegemoet gekomen aan een Wob-verzoek in verband met mogelijk niet gepubliceerd bel…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-06-2018 Nummer 2018-000108801 Samenvatting Op 3 april 2018 oordeelde Hof Den Haag dat de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet van toepassing was op de schenki…
Instantie Belastingdienst Datum 01-06-2016 Nummer (geen nummer) Samenvatting Naar aanleiding van een WOB-verzoek is een Praktijkhandreiking bedrijfsopvolging vastgoedexploitanten van de Belastingdienst…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-04-2014 Nummer AFP/2014/302 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën is in een brief aan de Tweede Kamer ingegaan op de stand van zaken en de uitvoering…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-01-2013 Nummer BLKB2012/1221M Samenvatting Het beleidsbesluit inzake de bedrijfsopvolgingsregeling SW is geactualiseerd. Naast redactionele wijzigingen en verduidelijk…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2009 Nummer DB 2009-175 Samenvatting
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-04-2011 Nummer BLKB2011/68M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-10-2007 Nummer CPP2007/383M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-04-2004 Nummer DGB2004/1164M Samenvatting

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Praktische uitdagingen door wijzigingen in de BOR en DSR Auteur(s) R.O.F. Bakker Bron FTV 2024/6
Titel Wetswijzigingen fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Auteur(s) V.A.C. van den Broek & J.J.J. Sanders Bron FBN 2024/2
Titel Legaat van een AB Auteur(s) R.L.M.C. Janssen Bron KWEP 2023/3
Titel Goederenrechtelijke of verbintenisrechtelijke werking van de voorwaardelijke uitsluitingsclausule Auteur(s) C.C.M van Oorschot Bron WPNR 2022/7354
Titel Enkele fiscale bespiegelingen vanwege de Flex-BV Auteur(s) W. Burgerhart Bron WPNR 2022/7390
Titel Actualiteiten bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Deel 1: de ondernemingseis Auteur(s) M.J. Hoogeveen Bron WPNR 2021/7339
Titel Preferente aandelen en bedrijfsopvolgingsfaciliteiten: de stand van zaken Auteur(s) M.J. Hoogeveen Bron FBN 2019/56
Titel Frustratie (over de) bezits- en voortzettingstermijn Auteur(s) L. Roos Bron FTV 2018/44
Titel Vermogensetikettering van vastgoed in bedrijfsopvolgingssituaties Auteur(s) A. Rozendal Bron WFR 2018/53
Titel Bedrijfsopvolgingsregeling: enkele praktijkontwikkelingen' (over HR 22 april 2016 en Praktijkhandreiking vastgoed) Auteur(s) J. Ganzeveld, M.J.A.M van Gijlswijk Bron FTV 2017/31
Titel Indirect aanmerkelijk belang en BOR Auteur(s) P.G.H. Albert Bron WFR 2017/121
Titel Recente uitspraken over meer dan normaal vermogensbeheer bij vastgoed Auteur(s) M.J. Hoogeveen Bron FBN 2014/46
Titel Bedrijfsopvolging en vastgoed: mission impossible? Auteur(s) N.M.P. Govers-de Louw, J.H.J. Jansen Bron WPNR 2014/7032
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng onderneming in personenvennootschap en omzetting in NV of BV (art. 15.1.e WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR) Tijdelijke vrijstellingen overdrachtsbelasting 2024