Inleiding AWR (art. 1 AWR)
Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) Art. 1 AWR bepaalt dat de bepalingen in de AWR van toepassing zijn bij de heffing van rijksbelastingen, revisierente (art. 30i AWR) en bestuurlijke boeten die ingevolge de belastingwet kunnen worden vastgesteld of opgelegd. Onder rijksbelastingen worden verstaan alle belastingen die van rijkswege door de belastingdienst worden geheven. De AWR bevat 13 hoofdstukken. De voor het notariaat belangrijkste bepalingen zijn van een toelichting voorzien en zijn…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 1
Artikel 1
1 De bepalingen van deze wet gelden in Nederland bij de heffing van rijksbelastingen, de heffing van belastingrente, revisierente en bestuurlijke boeten welke ingevolge de belastingwet kunnen worden vastgesteld of opgelegd, alsmede bij de uitvoering van de basisregistratie inkomen, een en ander met uitzondering van de belastingen voor zover voor een belanghebbende na een door de inspecteur gedane uitspraak op bezwaar met betrekking tot deze belastingen beroep openstaat bij het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, bedoeld in hoofdstuk VIII van de Belastingwet BES.
2 Onder rijksbelastingen worden verstaan belastingen welke van rijkswege door de rijksbelastingdienst worden geheven.
3 Met betrekking tot de heffing van rijksbelastingen blijven titel 5.2 en afdeling 10.2.1 van de Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing.