Overgangsrecht loonstamrecht (art. 39f Wet LB)
1 InleidingPer 1 januari 2014 is de stamrechtvrijstelling voor ontslagvergoedingen (art. 11 lid 1 sub g Wet LB; tekst t/m 2013) vervallen. Ontvangen vergoedingen ter vervanging van gederfd of te derven loon worden vanaf 1 januari 2014 in het jaar van ontvangst volledig in box 1 belast. Via de middelingsregeling in de inkomstenbelasting is uiterlijk over de periode 2022, 2023 en 2024 (in verband met de afschaffing van de regeling per 1 januari 2023) wel nog enige spreiding mogelijk en via de lij…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleWet- en regelgeving
Artikel 39f
Artikel 39f
1 Met betrekking tot op 31 december 2013 bestaande aanspraken op periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon als bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, onderdeel g, en 37, zoals die op 31 december 2013 luidden, en daarmee gelijkgestelde bedragen als bedoeld in artikel 11a, eerste lid, zoals dat op 31 december 2013 luidde, blijven de artikelen 10, vijfde lid, onderdelen b en c, 11, eerste lid, onderdeel g, en vierde lid, 11a, 19a, 19b, achtste lid, 32bb, zesde en achtste lid, en 37, zoals die op 31 december 2013 luidden, alsmede de daarop gebaseerde bepalingen, van toepassing.
2 In afwijking in zoverre van het eerste lid mag de waarde van de aanspraak, het tegoed van de stamrechtspaarrekening of de waarde van het stamrechtbeleggingsrecht geheel of gedeeltelijk op een eerder tijdstip worden uitgekeerd dan in de artikelen 11 en 11a, zoals die op 31 december 2013 luidden, en de daarop gebaseerde bepalingen, is bepaald.
3 In afwijking in zoverre van het eerste lid kunnen aanspraken als bedoeld in dat lid mede worden uitgevoerd door een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 3.126a, tweede lid, onderdelen b en d, van de Wet inkomstenbelasting 2001.
4 Een aanspraak op periodieke uitkeringen als bedoeld in het eerste lid die op de uiterste ingangsdatum, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 1°, of artikel 11a, derde lid, onderdeel a, onder 1°, of onderdeel b, onder 1°, zoals deze artikelen luidden op 31 december 2013, nog niet tot uitkering is gekomen, omdat de omvang van de uitkeringen nog moet worden vastgesteld, wordt geacht te zijn afgekocht op de datum, bedoeld in de tweede zin, onderscheidenlijk derde zin, indien op die datum nog geen vaststelling van de omvang van de uitkeringen heeft plaatsgevonden. Bij in leven zijn van de werknemer of gewezen werknemer is de datum waarop de aanspraak op periodieke uitkeringen ingevolge de eerste zin wordt geacht te zijn afgekocht 31 december van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de uiterste ingangsdatum, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 1°, of artikel 11a, derde lid, onderdeel a, onder 1°, zoals deze artikelen luidden op 31 december 2013, is gelegen. Bij overlijden van de werknemer of gewezen werknemer is de datum waarop de aanspraak op periodieke uitkeringen ingevolge de eerste zin wordt geacht te zijn afgekocht 31 december van het tweede kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de uiterste ingangsdatum, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, onder 1°, of artikel 11a, derde lid, onderdeel b, onder 1°, zoals deze artikelen luidden op 31 december 2013, is gelegen. De data, bedoeld in de tweede en derde zin, kunnen door de inspecteur worden uitgesteld wanneer door bijzondere omstandigheden de omvang van de uitkeringen niet voor die data is vastgesteld.
Rechtspraak
Titel | Instantie | Datum | Nummer |
---|---|---|---|
Commerciële waarde stamrecht wordt belast ongeacht hoogte uitkering | Instantie Rechtbank Noord-Holland | Datum 27-11-2019 | Nummer ECLI:NL:RBNHO:2019:9783 |
80% van commerciële waarde afgekocht stamrecht belast | Instantie Rechtbank Den Haag | Datum 13-11-2014 | Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:15629 |
Wetsvoorstellen
Titel | Dossiernr. | Status | Samenvatting |
---|---|---|---|
Fiscale verzamelwet 2014 | Dossiernr. 33950 | Status In werking getreden | Samenvatting - |
Beleidsbesluiten
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 12-11-2018 | Nummer 2018-28514 | Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 24 november 2017 (nr 2017-126948). Het besluit voorziet in voortgezette… |
Titel | Instantie | Datum | Nummer | Samenvatting |
---|---|---|---|---|
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 24-11-2017 | Nummer 2017-126948 | Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 6 november 2015, nr BLKB2015/830M. Het besluit is aangepast aan de Wet… | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 06-11-2015 | Nummer BLKB2015/830M | Samenvatting | |
Instantie Ministerie van Financiën | Datum 23-09-2014 | Nummer BLKB2014/1702M | Samenvatting |